Tuesday, March 25, 2008

MEENSEL BLUES - 22 MAART 2008

Organisator Rudi Koeckelberghs had weer voor een mooie afwisselende affiche gezorgd voor deze zesde editie van Meensel Blues. Het ontmoetingscentrum zat net vol genoeg om voor de goede sfeer te zorgen, zonder op elkaar gepakt te staan voor het podium en de bands die op de affiche stonden gaven de indruk dat we een prima avond tegemoet zagen, wat achteraf ook bewaarheid werd. We pleiten schuldig want we waren wat laat om de openingsact "Size Matters" hun ganse set te zien brengen, maar van wat we nog mochten meepikken van deze driemansformatie uit Landen was zeer overtuigend. Polly Wemans is een prima gitarist die zijn bijnaam "Dallas" alle eer aandoet en ons samen met bassist Marc Vandevelde en drummer Hans Frison hoofdzakelijk aanstekelijke Texaanse blues liet horen, waarbij de SRV invloeden nooit ver weg waren. Texas shuffles, boogies en slow blues werden afgewisseld met nummers van onder meer B.B.King en wat klassiekers, zoals van Robert Johnson. Zo kregen we onder meer “Mary Had A Little Lamb”, T-Bone Walker’s “Stormy Monday” en “Crossroads” op eigen manier gecoverd. Voor een band die nog maar anderhalf jaartje samen speelt, een overtuigende set die eindigde met een knappe versie “It’s My Own Business”. Zij komen er wel, Size Matters! Nu al Medium, binnenkort via Large naar Extra Large! Rootstime hoopt het voor deze jongens.

Vervolgens was het de beurt aan P. Vansant, meteen een voltreffer van formaat. Bijgestaan door 3 leden, de band Tusk, liet deze Leuvenaar ons horen dat ook in Belgie wel degelijk hoogstaande rootsmuziek gemaakt wordt. Met zijn prachtig doorleefde stem bracht hij ons een mooie combinatie van blues en singer-songwriter songs. “I’m A Survivor” zingt hij terecht in zijn openingssong, een stevige shuffle. Meester slidegitarist Dirk Lekenne zorgt hierbij voor de nodige prachtige gitaar accenten die mooi contrasteren bij de ruige rokerige vocalen van Peter. De nummers van P. Vansant combineren het beste uit de rootsmuziek tot een boeiend geheel, invloeden van de oude bluesmeesters, country en singer-songwriterstuff zitten in zijn songs tot een perfect geheel verweven. Hoogtepunten van dit meesterlijk optreden vermelden is moeilijk want van begin tot einde is de ganse set boeiend, maar “Stick With Me” en “The Point Of No Return” lieten me intens genieten. Als Geneviève Dartevelle, het Brusselse mondharmonicawonder bij op het podium uitgenodigd wordt krijgen we de bluesy afsluiter “No One Can Forgive Me” die hierdoor een extra sterke uitvoering krijgt. Klasse!


Kellie Rucker dan, klein maar fijn, zoals het spreekwoord zegt. De Texaanse kent haar vak, bijgestaan door The Hoodoogang, zonder “El Grande” a.k.a (onze) Blueswalker. Met zijn twee meter zou het contrast met Kellie waarschijnlijk wat groot geweest zijn, en nog een extra shouter zou bovendien ook van het goede teveel zijn. Vandaag vanaf de zijlijn dus voor “El Grande”. Ook stergitarist Fernando was er spijtig genoeg niet bij, een slepende ziekte heeft hem tijdelijk op een zijspoor geplaatst, maar wij hopen hem zo snel mogelijk weer bij The Gang aan het werk te zien om dat prachtige lap steel slidewerk weer te kunnen bewonderen. Get well soon, Fernando! Hij werd echter adekwaat vervangen door gitarist Herman Peters. Kellie ging sterk van start met “Ain’t It The Right One” en toonde onmiddellijk dat ze een echte meester op bluesharp is, haar ruige bluesy stemgeluid lijkt het best te omschrijven als Bonnie Raitt in overdrive. Het ene hoogtepunt volgde het andere op met onder andere “Ride Me”, het langzamere “Blues Is Blues” en “Ain’t Hit Bottom”, een drinking song. Een van de sterkste song van dit optreden bleef voor ons echter de boogie in echte “Hooker ’n Heat” stijl, “Cook For You”. Een hakkende, gortdroge en hechte ritmesectie en dito gitaar van Herman leggen de goede basis voor Kellie’s scheurende mondharmonica en “gritty” stemgeluid. Kippevel. “Tied Up, Tied Down and Twisted” nog zo ééntje, het gaat maar door tot het einde. Dit festival kan nu al niet meer stuk.




Chilly Willy, ja... wat moet je daarvan zeggen…Volop ambiance, okee, prima! Maar soms gaan de polonaises en het gehuppel op het podium ons net iets te ver, en non-stop covers van overbekende songs aan mekaar rijgen, ook niet echt iets voor de top act. Waar blijft het eigen werk? Hierdoor zit het ontgroeien van het coverband stadium er bij deze band precies nog steeds niet echt in na zoveel jaren. Spijtig, want zulke uitstekende muzikanten zijn tot meer in staat. Er zullen wel genoeg mensen in het publiek gestaan hebben die dit allemaal reuzeleuk en prachtig gevonden hebben, en als “ambiance” coverband zijn ze inderdaad niet te evenaren. De eerlijkheid gebiedt ons echter te zeggen dat we liever iets minder lol en iets meer muziek zagen, de enige kleine smet op een overigens perfect festival. Het zal wel aan ons liggen, zeker. Toch zorgde “Den Huibbe” nog voor het hoogtepunt door Kellie Rucker, Geneviéve en Cora Lee op het podium te roepen, hetgeen resulteerde in een apotheose die we niet vlug zullen vergeten. ”New Orleans” Huibbe werd door de drie vrouwen even in de vergetelheid gespeeld, en “Hip Shake“ bezorgde iedereen kippevel. Grandioos! Een hele mooie zesde editie van Meensel Blues, Rudi Koeckelberghs weet elk jaar weer betere bands in uiteenlopende stijlen te combineren tot een uiterst geslaagd geheel. Ik verklaar hierbij het seizoen voor geopend. Hopelijk kunnen we op elk festival deze zomer even tevreden terugblikken.



Meer foto's : Lady Blue
Dank voor het verslag: Rootstime Ron