Wednesday, December 02, 2009

RUPA & THE APRIL FISHES@CC LEOPOLDSBURG

Na een eerste doortocht in België, voorjaar 2008, nam de bekendheid van Rupa & The April Fishes zienderogen toe en evenzo hun aanhang. Nu doorkruisten zij opnieuw ons kosmopolitisch landje en beëindigden hun drukke tournee in het kunstvolle Cultureel Centrum te Leopoldsburg. Even dacht je sporen van fysieke vermoeidheid te bespeuren, maar niet tijdens hun Live show dat explodeerde van hun toomloze energie. Met hun volkse muziek, een amalgaam van wereldmuziek, gipsyswing, straatchansons, avant-garde, hemelse en rebelse instrumentatie ontstaken zij al direct het muzikaal vuurwerk, met de briljante drummer, Aaron Kierbel, aan de lont. En als geen ander weet Rupa hoe muziek therapeutisch kan werken als een manier om zich in zorgelijke of droeve tijden uit te leven.
Veelzijdige Rupa lijkt voorbestemd om met haar gitaar deze veelkleurige muziek uit te dragen als medicijn tegen depressie en somnolentie of als zalf voor de schroeiplekken van de ziel. Geboren in Californië en van Indische afkomst, met jarenlang verblijf in Indië en Frankrijk, leerde zij niet alleen de diverse landstalen maar absorbeerde ook de diverse cultuur- en muziekinvloeden. Bovendien is zij praktiserende arts, wanneer zij tenminste niet met haar April Fishes op tournee is. Als geëngageerde arts is zij begaan met het lot van de Latino’s die vanuit Mexico overkwamen en wiens levensverhaal zij in haar praktijk van dichtbij beluisterde. Ook hun taal leerde zij, zodat zij in haar songs Engels en Frans met Spaans kan afwisselen.
Dat alles kwam aan bod in de bijna twee uur durende set, opgebouwd als een sprankelende show, waar gitaar, accordeon, trompet, bas, cello en drum een hecht samenzwerend verbond sloten. Alsof allen aan het einde van hun tournee het allerbeste wilden bovenhalen. En bij hen geldt zeker dat de som veel meer is dan de afzonderlijke delen. Accordeoniste Isabel Douglass bepaalde al dadelijk de sfeer met haar melancholische intro bij het poëtische ‘Les Abeilles’. Alle bandleden sloten aan. Marcus Cohen viel in met alweer prachtig trompetsolo’s en zou de ganse avond mee de groepssound inkleuren hetzij opzwepend feestelijk hetzij schrijnend passioneel. Bij ‘Maintenant’ ontlokte Misha Khalikulov intense gevoelsstemmingen aan zijn cello als in een gesprek met een vertrouwelijke vriend. Zo evoceerde hij bijvoorbeeld de schoonheid van ‘La Rose’ wanneer deze zich opent voor het licht. Het gevoelige ‘L’Elephant’ ging daarentegen over in een hels ritme, waarin dan de exotische Safa Shokrai zich turbulent uitleefde op zijn staande bas evenals in ‘Trouble’ met verzwarende baslijnen.Songschrijfster Rupa vermengt in haar melodische teksten voortdurend poëzie met levenswijsheid, compassie of sociale aanklacht. Zo zinspeelde zij bij ‘C’est Moi’ op de universaliteit van geboorte en dood als de belangrijkste leraars. Vocale experimenten, trompet en aanhakende instrumentatie lieten deze song uitlopen in een kakofonie van klanken. In ‘La Pêcheuse’ maakt Rupa de vergelijking tussen een visser en een muzikant. Eenmaal de lijn uitgeworpen weet je niet wie of wat zal vasthaken, een schoen of een vis. En voorafgaand aan het bezielde ‘Por La Frontera’, begeleid met onheilspellend geroffel en droefgeestige cello, verhaalt zij over de risicovolle tocht van wanhopige Mexicanen op zoek naar werk, die via Arizona’s uitgestrekte woestijn Amerika hopen te bereiken. Velen halen het niet, onderweg bezwijkend van uitputting of van uitdroging.
Die sociale bewogenheid tekent Rupa ten voeten uit die zich onlangs in Gent nog medestander toonde van de dakloze Roma zigeuners en met hen meedanste op hun gipsy ritmes. Die gipsymuziek heeft Rupa zich volledig eigen gemaakt, te horen in ‘Une Americaine’, waarin elke muzikant geïnspireerd soleerde. In het meegezongen ‘Soledad’ nodigt zij iedereen uit om zich in de troostende zee te storten om er als in een draaikolk alle zorgen weg te spoelen. Hoogtepunten waren nog ‘La Peinture’ met uitvouwende accordeon en desolate cello, het Spaanse ‘La Linea’ met gevoelvolle klassieke intro en het passionele ‘Por La Frontera’ met verhitte baslijnen. Moest het woord bloedmooi nog niet bestaan, dan moest het ter plekke voor deze songs worden uitgevonden. Daartussen dook dan telkens weer die fascinerende trompet op, gedempt of Mexicaans uitbundig.
De apotheose werd ingeleid door drummer Aaron die heel zijn drummerlijf in stelling bracht en alle opgespaarde drift in het luchtruim gooide met cimbalen, drumsticks, roffels, tamboerijn, ratels en alles wat hij binnen handbereik had. In het obsederende ‘Soy Payaso’, met Rupa’s mooi gezongen intro, culmineerde dit in een muzikale feestroes met flarden waanzin tussendoor waarbij het onstuimig kloppend hart van de groep zich infectueus verspreidde naar iedereen die daar ontvankelijk voor was. Orkestrale fascinerende straatmuziek die elke voorbijganger uitnodigt om aan de gezamenlijke levensvreugde deel te nemen!

In de Bis liet clowneske Aaron in matrozenshirt nog een laatste keer de vonken uit zijn drumstel overspringen, waarna Rupa en The Fishes buigend de staande ovatie in ontvangst namen. Spijtig dat aan het einde fêterende bloemenruikers ontbraken. Maar had ik een roos gehad, ik zou niet weten aan wie eerst geven. Alle zes waren zij uniek.
Met dank aan Marcie voor het verslag.
Foto's : Lady Blue

Wednesday, November 18, 2009

Blues In Schoten

Dat de organisatie van Blues In Schoten een neus voor kwaliteit heeft dat hebben ze de afgelopen 6 jaar al bewezen. Dat deze 7de edtitie niet anders zou zijn durf ik jullie nu al te verklappen. Jan, Dirk en de andere medewerkers kozen ditmaal voor een opener die ervoor zorgde dat de zaal al van meet af aan goed gevuld zat.

Maar de mensen zouden zot zijn als ze niet vroeg genoeg afkomen om Chilly Willy aan het werk te zien. Zelf heb ik ze dit jaar al 3x aan het werk gezien en telkens op een andere plaats in de programmatie. En dat is nu net één van de sterke kanten van Chilly Willy, of ze nu worden gevraagd om af te sluiten, tussen in te spelen of te openen, elke keer weer spelen deze gasten met zoveel vuur en enthousiasme dat je als luisteraar automatisch mee op gaat in hun show. Chapeau gasten om deze aanstekelijkheid al bijna 20 jaar vast te houden. Ik zou zeggen doet da zeker nog eens zo’n 20 jaar.
Wie me wat kent weet dat ik een zwak heb voor o.a. blazers in een band, mijn andere zwakheden hou ik voor mezelf. Dus was ik benieuwd naar hetgeen The Smoky Midnight Gang ons zou presenteren, per slot van rekening zijn ze van eigen land en toch niet zo gekend hier, althans niet door ondergetekende. Achteraf beschouwd kan ik nu ook een beetje begrijpen waarom, hun muziek is af en stuk voor stuk zijn het goede muzikanten maar….. Ik mis interactie met het publiek, onderling hebben deze netjes in pak gestoken heren plezier al is het dikwijls overacting maar contact met het publiek………..no way. Misschien hoort dit zo in landen als Frankrijk en Zwitserland waar deze heren blijkbaar dikwijls vertoeven on stage, hier is het helaas niet zo. De songs die ze brengen zijn niet de minste en ook goed gebracht maar that’s dan ook it.
Geef mij dan maar Bas Papa, lekker funky, groovy blues van de bovenste plank en gebracht met een enthousiasme om U tegen te zeggen. Dat ze een thuismatch speelden mag geweten zijn want de meesten stonden zowat tegen het podium geplakt. Ik heb ze een 1ste maal aan het werk mogen zien tijdens het BRBF te Peer in 2007, ondertussen is deze band serieus gegroeid en dat kan ik alleen maar toejuichen. Alleen jammer dat we ze zo weinig mogen zien op de podia in de Benelux, komaan heren organisatoren, dit is superklasse. Een ritmesectie om duimen en vingers van af te likken, een gitarist die niet alleen knap met de snaren overweg kan maar ook nog over een strot beschikt om U tegen te zeggen. Verder een keyboardman die ervoor zorgt dat een ieder regelmatig de shivers krijgt en daarbij 2 blazers die dit hele gezelschap en hun doen nog eens extra in de verf zetten. En natuurlijk, last but not least, een zangeres die qua presence en overtuiging in mijn ogen serieus is gegroeid. Deze show was veel te vroeg afgelopen en smaakte naar meer.
Als kers op de taart had de organisatie gekozen voor iemand die, wat mij betreft, gerust wat meer naar ons land mag komen nml. Eugene “Hideaway” Bridges.
De man heeft een stem waar menig zanger stikjaloers op mag worden, van bas tot falset, hij tovert het allemaal tevoorschijn zonder veel moeite. Sterk beginnen met een lekkere uptempo song om daarna alle bandleden weer van het podium af te sturen en het publiek helemaal in je eentje in te palmen, het is niet iedereen gegeven maar meneer Bridges slaagt er keer op keer in. Niemand die ook maar één keer kon merken dat hij samen met z’n band al 7 dagen op rij ‘on stage’ stond. Het was voor mij ondertussen de 3de keer op een dik jaar tijd dat ik hen aan het werk zag en nog steeds kan hij mij betoveren. De, wat mij betreft, perfecte afsluiter.
De organisatie heeft knap werk geleverd en ik noteer alvast met stip de volgende editie in mijn agenda want ik ben er nu al zeker van dat het weer op en top af zal zijn. Chapeau heren en dames van Blues In Schoten.
Blueswalker
Meer foto’s : Lady Blue

Tuesday, November 10, 2009

Blues @ The Attic

Voor deze 6de editie koos de organisatie van http://www.atticblues.be/ om het op safe te spelen en hun gezellig warme zolder te ruilen voor een zaal te Herent, kwestie van geen last te krijgen met de hardhorige buren. Wat affiche betrof, hier heeft men niet gekozen om safe te gaan maar wel ruimdenkend en breed qua muzikaal scala. Als Limburgers mogen we wel trost zijn want maar liefst 4 van de 5 bands werden uit onze provincie gehaald, nog maar eens het bewijs dat er in Limburg talent zit en dat ze in Limburg actief bezig zijn met muziek.

De Limburgse Rhythm Beats mochten het feest in gang trappen en het viel me op dat ze, sinds de laatste keer dat ik ze zag, een muzkale wending hebben gemaakt. Een beetje ver weg van de blues en meer naar het straatje modern en jeugdig met links en rechts een knipoog naar Lenny Kravitz, zeker wat het gitaarwerk betreft. Toch een beetje opletten bij jullie nummerkeuze dat het niet te hoog gegrepen is voor de zangeres want zingen kan ze, dat heb ik al mogen horen. Maar bij de nieuwe nummerkeuze kwam haar stem regelmatig net wat te kort. Dat is geen ramp, ze is nog jong en haar stem, net als ze zelf, nog volop groeiende. Voor de rest, aanstekelijk, wervelend en vol enthousiasme gebracht.
Het aanstekelijke en enthousiaste was helaas wat zoek bij de heren van Bottle Nose, had dit te maken met het nog vroege uur of wat? In elk geval beheersen de mannen hun instrumenten goed, dat kan je zien en horen maar ze moeten alleen nog wat meer werken aan de covers die ze spelen naar hun eigen hand te zetten. Want als je Chicagoblues speelt dan moet je ervoor zorgen dat elke song die je speelt gespeeld wordt alsof het jullie eigen song is en niet zomaar even naspelen. Maar ik ben er zeker van dat Bottle Nose voldoende talent in huis heeft om hieraan te werken.
Links en rechts hoorde ik spreken over Howlin’ Bill en dat die ook zou komen maar dat was een missertje, het was niet Wim en Co maar die andere Bill, niet zo groot en toch noemen ze hem Big Bill. Al zo’n 30 jaar een traditie in Leuven en Vlaams Brabant en in héél Vlaanderen zullen ze zijn “Ene Me Hesp” wel kennen. Pure onvervalste boogieblues is waar Big Bill en zijn makkers voor garant staan en dit onder slecht één motto, “Genen Drank = Gene Klank”. Dit mag men gerust een eerste hoogtepunt noemen ook al was het de duizendste keer, toch vlogen de gensters er nog steeds vanaf alsof het verser dan vers is.
Vreemde eend in de bijt, die mogen er ook wel eens zijn toch? Ook al hoorde ik links en rechts een reactie als dit hoort hier niet thuis, toch kon je na afloop ook heel wat andere, meer positieve reacties horen. M.a.w. de keuze van Peter om Bacon Fat te boeken was gewaagd maar tevens geslaagd ! Ik kon het wel pruimen, zo’n powertrio, en dan vooral omdat elke song toch nog net voldoende gepolijst is om van te kunnen genieten. Ondanks wat wijzigingen in de bezetting blijft de formule bestaan en aanslaan.Alleen misschien wat minder hard want we wilen allemaal nog graag lang kunnen genieten van muziek toch?
Als afsluiter koos de organisatie voor nostalgie…….maar dan wel met een serieuze scheut moderne energie. Onze allereigen Voodoo Boogie kregen de eer om te fungeren als kers op de taart en dat deden ze met brio. Dat hun 1ste cd ondertussen al lang uitverkocht is mag eigelijk niemand meer verbazen en dat er binnenkort een 2de komt ook niet. Voodoo boogie is lekker genieten van klanken uit de jaren ’60 gedrenkt in een modern sausje. Maar zonder afbreuk te doen aan de kern, sterker nog, het is alleen maar een positieve toevoeging die de heren brengen. Helaas en wegens nog vroege verplichtingen op zondag waren we genoodzaakt het aangename feestje véél te vroeg te verlaten. Waarvoor onze excuses aan zowel de organisatie als Voodoo Boogie.
Maar de organisatie verdient zeker en vast een pluim, schitterende locatie, een goede neus voor muziek en aangenaam en fijne medewerkers.

Tot de volgende,
Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue

Sunday, September 20, 2009

Binkom Blues 2009

Binkom Blues

Het festivalseizoen loopt langzaam aan ten einde en het is een algemeen feit dat niet elk festival het afgelopen jaar kon teren op evenveel of meer bezoekers dan het jaar 2008. Er kunnen veel factoren opgenoemd worden, crisis, overaanbod etc etc . In het kleine dorpje Binkom, waar Johan, Anika, Guy & Jean Pierre nu al enkele jaren een indoor bluesfestival organiseren, had men van al deze factoren geen last. Ze hadden niet alleen stralend weer, zodat ook het gezellige buitenplein aangenaam vertoeven was, maar ook nog eens een niet alledaagse affiche. En voor die affiche kwamen ze vanuit alle windstreken, ik heb mensen gesproken vanuit Bütchenbach tot zelfs één persoon die speciaal vanuit Canada was over gevlogen. Omstreeks 18h mochten onze eigen Chilly Willy het festival in gang stampen en ik mag dan weer in herhaling vallen maar de jongens, ondertussen al serieuze mannen, weten hoe ze zoiets moeten doen.
Natuurlijk kregen we weer veel songs van Sonny Boy Williamson en andere bluesgrootheden, toch gingen de songs er bij de meesten nog steeds in als zoete broodjes. Nog maar eens een bewijs dat een goede song, hoe oud dan ook, blijft overeind staan tussen al het meer modernere werk? Toch hoorde ik links en rechts de vraag wanneer ze nu eens met nieuw werk gaan komen. Waarom eigelijk als het oude werk nog steeds het merendeel kan bekoren? Dat Kris ‘Reverend Hotrod’ Rogiers terug zijn stek gevonden heeft is overduidelijk. Hij speelt nog steeds vol overgave en finesse zoals we dat van hem gewoon zijn. En als extra toemaatje op het vroege uur mocht Igor Masseroli ook nog enkele songs mee blazen op de sax. De kop is eraf en heeft grotendeels gesmaakt.
Deel 2 deze avond was weggelegd voor onze noorderburen en de band The electrophonics.
Ondertussen al zowat elk festival platgewalst tijdens de promotour van hun 2de cd willen ze dat nu nog eens overdoen met de nieuwe cd genaamd ‘Little A Lot’. Ik heb de band het afgelopen jaar gezien en gehoord te Peer en in Hamme en ben er ondertussen van overtuigd dat ze elk optreden tot een heus swingfeestje omdopen. Ik heb genoten van hun muziek terwijl ik de innerlijke mens aan het spijzen was met een heerlijke huisbereide pasta. Mijn excuses aan lezers en band dat ik dus ditmaal niet veel meer kan vertellen over hun optreden.
Rond The Perpetrators was na hun optreden tijdens het BRBF te Peer vorig jaar wat commotie onstaan want van die bezetting zou enkel nog zanger/gitarist en bezieler Jason ‘Howik’ Nowicky over.
Hij zou dus zijn aantreden doen met 2 nieuwe muzikanten onder zijn hoede en wat mij betreft klinkt alles nu nog net iets strakker als voorheen. Lekker stuwende gitaarblues met weinig tot geen ruimte om tot rust te komen. En dit kon meer dan gesmaakt worden, niet alleen door ondergetekende maar ook door de volle zaal. We kregen lekkere songs als Baltimore, One Year Ago en She’s Gone en Jason heeft zoveel finesse en variëteit in huis dat zijn gitaarspel geen enkel moment gaat vervelen. Het is niet menig bluestrio gegeven maar The Perpetrators hebben alles in huis om een perfect bluestrio genoemd te worden. Dankzij de verloren gereden bassist van Dana fuchs mochten ze dan ook nog lekker een kwartier vettig verder doen.
Omstreeks middernacht was het dan tijd voor de grand finale onder het mom van de verrijzenis van Janis Joplin of toch een dame die daar zowat haar mosterd is gaan halen. Dat velen tegen het podium stonden geplakt zal weinige verwonderen als ze weten dat Dana fuchs datzelfde podium gaat betreden.
Dana is ondertussen al zo’n 5 maanden aan het toeren door Europa en dit hoort zowat bij de laatste optredens van deze toernee. Dat ze sinds haar 1ste maal in België, vorig jaar te Peer, heel wat ervaring heeft opgedaan is duidelijk merkbaar en hoorbaar. Haar stem is nog meer volwassen gaan klinken en nog meer weet ze hoe elke song aan elkaar te praten en ervoor te zorgen dat publiek aan haar lippen blijft hangen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de hele zaal uit volle borst meezingt bij haar song Songbird (Fly Me To Sleep), opgedragen aan haar veel te vroeg overleden zuster Donna. Maar ook songs als Bad See, God’s Song en de nieuwe ,on the road, geschreven song gingen erin als zoete koek. Anderhalf uur lang wist Dana samen met John en de ritmesectie het publiek aan het podium te kluisteren en nadien werd ze nog 2 x terug geroepen. Als afsluiter kregen we natuurlijk een lekker eigenzinnige versie van Helter Skelter met als tussenstuk Whole lotta love. Moe, voldaan en verslagen mochten velen nadien het slagveld verlaten maar allen hadden een blij gezicht en spraken vol lof over deze 6de editie.
Binkom blues 2009 mag de geschiedenis ingaan als een bevestiging van wat het jaar voordien al werd behaald, een gezellig indoor festival in organisatie van enkele enthousiastelingen en hun helpers.En…….een organisatie die blijkbaar weet wat het publiek wil en dan ook tot het uiterste gaan om dit aan de man te brengen. Chapeau en op naar 2010.

Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue

Wednesday, July 22, 2009

BRBF 2009 (zondag)

Ik heb Lightnin’ Guy & zijn Mighty Gators al eens een festival weten afsluiten en nu mogen de dag 3 van hét festival openen. En ook al is het nog vrij vroeg op de middag, het mag gezegd dat er toch al héél wat volk in de tent aanwezig was. Volgens mij groeien deze jonge heren als kolen, muzikaal dan wel te verstaan hé. Alles zit netjes afgemeten in elkaar en hun zompige blues gaat er bij het aanwezig publiek in als zoete broodjes. Ain’t No Sunshine is al dikwijls gecovered maar de versie van deze gasten kan ik best pruimen, zo ook de interactie met het publiek. En als je op dit vroege uur het volk al zo mee krijgt mag je daar zeer dankbaar voor zijn, alleen ga dit dan niet nog eens 4 x proberen Guy want dan haakt het publiek natuurlijk wel af. M.a.w. misschien nog een beetje leren doseren maar verder zit het wel snor.

Dan over naar een man die toch ook al langzaam bij de veteranen mag worden genoemd, de momenteel in Frankrijk wonende Boo Boo Davis. Geen enkele keer is hij opgestaan van zijn glinsterende zitbak, iets wat ik niet van hem gewend ben. En meermaals gaf hij al roepend te kennen iedereen dankbaar te zijn, althans dat denk ik toch te hebben opgemaakt uit zijn geroep…Neen, ik heb de man al beter weten presteren, misschien was het voor hem nog net een beetje te vroeg of zaten de 7000 km op 1 week tijd er voor iets tussen.
Vreemde eend in de bijt dan was Roger McGuinn, eenzaam en alleen, gewapend met 2 gitaren en wat triestige planten. Planten die hij volgens mij in bijberoep verkoopt om een extra centje te verdienen (lees dit als een grapje). Al denk ik wel dat de man nog genoeg royalty’s opstrijkt van hits o.a. geschreven voor de roadmovie Easy Rider. Of van ‘Mr Tambourine Man’ en ‘Turn Turn’. Tijd om even tot de voedselketens te lopen en wat voedzaams binnen te duwen want het vervolg beloofd.
Derek Trucks liep backstage al wat rond te lopen en had er volgens mij zin in. Hoe stil en ingetogen de man op een podium staat is haast onbeschrijfelijk maar wat voor heerlijks hij uit zijn gitaar tovert is dat nog meer. En niet te vergeten te vermelden dat zijn band samen met hem meermaals tot het uiterste gaan. De hele show was een reeks van songs die één voor één werden opgebouwd tot een climax en elke climax werd door het publiek beantwoord met handen hoog in de lucht. Een eerste voltreffer op de zondag als je het mij vraagt en misschien iets te vroeg geprogrammeerd.
Het is niet velen gegeven om nog op 76 jarige leeftijd op het podium te staan, John Mayall draait er zijn hand niet voor om. Alleen volgende keer wel dadelijk je bluesharpjes mee brengen maar het is je vergeven. John Mayall mocht rekenen op een jonge begeleidingsband en deze heren liepen netjes in het gareel en braken daar uit waar Mayall het toeliet. Ik wil de band wel eens aan het werk zien met een even jonge frontman. Niet dat John teleurstelde, verre van en ook al speelde hij hier onlangs nog enkele keer in België, toch zag ik een publiek dat genoot met volle teugen.
De man die in de geschiedenisboeken van deze editie zal herinnert worden als ‘de man zonder aankondiging’ is Southside Johnny & The Asbury Jukes. Tijdens de 1ste 2 nummers zat de sound niet echt snor maar wat wil je met 4 blazers, een keyboardspeler, gitarist, bassist en hijzelf nog op de bluesharp. Met zulk een bezetting zou je toch opteren voor een eigen geluidstechnieker maar soit naar mate het optreden vorderde kwam het geluid ook beter tot z’n recht. En dan klinkt een band met blazers bij ondergetekende als muziek in zijn oren. Lekkere blues met een knipoog naar de soul en daar genoten samen met mij velen in het publiek van mee.
Als afsluiter koos de organisatie voor Jeff Beck, ooit de vervanger van Eric Clapton bij The Yardbirds. Voor mijn part hadden ze beter Eric Clapton gekozen want dit stelde weinig tot niets voor. We kregen een intro van zowat 3 songs die volgens mij ………. En zo kregen we nog eens enkele songs die alweer………… snap je? Ik ook niet. Maar er zullen wel een massa anderen zijn geweest die het wel snapten want de weide stond stampvol fans en enthousiastelingen. We hebben backstage nog langdurig nagekaart en zo kregen we toch nog een herkenbare song mee genaamd “Peter Gun”.
Als besluit : deze 25ste editie was zeker en vast geslaagd te noemen en een bevestiging van 25 jaar kings & legends en hopelijk het begin van een volgende 25 jaar. Even tellen, dan zal ik er 69 zijn en hopelijk mag ik dan weer schrijven over 50 jaar kings & legends.
Zeker en vast een dankwoord aan alle organisatoren en medewerkers, ze hebben hun best gedaan om klein en groot, publiek als artiest in de watten te leggen. En wat ondergetekende betreft is hen dat schitterend gelukt….See ya @ Peer……..the bluestown.
Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue

BRBF 2009 (zaterdag)

De zaterdag werd geopend door een vreemde eend in de bijt afkomstig uit Schotland luisterend naar de naam Dave Arcari. De man staat eenzaam en alleen op het podium en brengt vooral zijn versie van traditionele bluessongs. Dat hij daarvoor niet alleen gebruik maakt van de gitaar en het kleinood bottleneck maar ook veelvoudig zijn tong in het spel gebruikt zal ondertussen wel door iedereen geweten zijn. Een muzikaal gehalte met toch wel wat grappige toevoegingen en niet enkel backstage spek voor menige bek.
In Ospel konden ze me niet echt bekoren en het lijkt wel of ze mijn boodschap aanhoord hebben want er was toch sprake van een lichte wijziging in de setlist van The Shiner Twins. Met als gevolg iets meer uptempo songs met hier en daar een funky knipoog en daar hou ik wel van. The Shiner Twins zijn een band die zeker weten waar Abraham de mosterd vandaan haalt en dit nog meermaals zullen bewijzen in de toekomst.


Met hokie Joint mocht ik ook voor een 2de keer kennis maken en ik moet bekennen dat de verrassing van de 1ste keer nog niet is weggeëbd. Al vlug krijgen ze mij en ook het voltallig aanwezig publiek op de hand met hun vlotte,vettige en eigenzinnige blues. Openen deden ze met een song genaamd ‘apologise’, een perfecte openen die we binnenkort ook kunnen beluisteren op hun nieuwe CD. Maar natuurlijk kregen we ook veel songs te horen van hun goed aangehaalde debuut cd The Way It Goes…Sometimes. Een band waar we zeker in de nabije toekomst nog veel van gaan horen. Nadien hadden we een aangenaam gesprek met voornamelijk zanger Jojo Burgess.

De laatste tijd veelvoudig on the road in Europa en ook nog eens in de bluestempel van Peer mogen we oude rot Rod Piazza en zijn Honey aanschouwen. Al zo’n 20 jaar terend op dezelfde show maar nog steeds graag gezien en gehoord door de meeste. Ik vond het zeker een aangename verwelkoming dat Kirk Fletcher de gitaar hanteerde zodat er toch nog wat vernieuwend vuurwerk te horen was. Misschien heb ik ze de afgelopen jaren net een keer te veel aan het werk gezien maar daar maalde het publiek niet om, ze genoten met volle teugen van deze tot in de puntjes afgewerkte act.

Neen, geef me dan maar een aanstekelijk enthousiaste Lisa Haley en haar Zydekats. Al meteen vanaf song één verkondigde ze zin te hebben in een feestje tot in de vroege uren. En dat Lisa en haar kompanen weten hoe een feestje te bouwen hebben ze hier zeker laten zien. Een dame die zeker onder de “queens en legends” mag horen wat betreft de Cajun & Zydeco wereld. Niet alleen haar stem maar ook haar manier van viool spelen zorgden voor menig kippenvel moment. Nadien vertelde ze ons ook zeer blij te zijn dat ze nog eens aanwezig mocht zijn tijdens het BRBF en zeker tijdens deze jubilee editie. Ze hoopte alleen niet dat ze nog eens 25 jaar moet wachten voor een volgende keer en dat hopen wij samen met haar.




Op donderdag kondigde Radio Eén reeds aan dat meneer Bonamassa op de weide in Peer zou verschijnen met nog een extra gitaar………….nog één???? En wetende dat er zoveel klasse gitaristen zijn die meerdere shows afwerken met één gitaar. Maar ik moet zeggen, het heeft wel wat zo’n double neck gitaar en in bepaalde songs zal het zeker zijn functie hebben. Hij wordt wel eens de SRV van de 21ste eeuw genoemd en voor vele gitaristen zal hij zeker een inspiratiebron zijn. Ik vond zijn songs in elk geval zeer symfonisch en melodieus, niet echt neigend naar de blues maar wel met moment aangenaam in het gehoor klinken. Alleen zeer jammer, meneer vond het nodig 10 minuten vroeger te stoppen en geen bisnummer te brengen.




En het zijn net zulke kleine details waarop sommige fans gaan afhaken.
Terwijl links en rechts die fans hun ongenoegen aan het spuien waren werd “de stage” klaargemaakt voor de afsluiter van dag 2. Niet alleen de stage werd omgebouwd, ook het publiek vooraan kreeg een gedaantewisseling en dit alles voor niemand minder dan Steve Winwood. Veel te lang weggeweest van onze Belgische bodem en daar wilde de organisatie van Peer wel wat aan doen. En dus kreeg ook hij zijn plaats tussen de “Kings & Legends”, iets waar het grotendeel van het publiek hen meer dan dankbaar voor zal zijn. Natuurlijk volgde in sneltempo elke hit de revue en zag de handen dan ook meermaals zorgvuldig richting ‘sky’ reiken. Dag 2 is ondertussen geschiedenis maar we zullen er zeker nog regelmatig aan denken als een dag vol goede opgehaalde herinneringen.



Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue

Tuesday, July 21, 2009

BRBF 2009 (vrijdag)

Een editie vol koningen en legendes, daar zou deze jubileum editie voor staan of m.a.w. een soort van bevestiging van 25 jaar BRBF. Weinig tot geen verrassingen en daar hoorde ik links en rechts toch wel wat over klagen. Maar soit, we lopen vooruit op wat een mooi 3 daagse van Peer moet worden.
De aftrap geven, ja we herhalen het meermaals, is nooit echt fun maar somebody’s got to do it zoals ze zeggen.

En als je dan Moonshine Reunion heet dan weet menig één dat dit zorgt voor een aftrap met flair,enthousiasme en klasse. Vaste gitarist Wan moest helaas verstek laten maar men vond een waardige vervanger bij Steff Peire , een gitarist die ook door elk water kan zwemmen. En dat heeft hij deze afgelopen vrijdag nog eens mogen bewijzen samen met Clark Kenis, Joris Govers en Jorge. Al vanaf de eerste noten zat het snor en konden wij en het reeds voltallig aanwezig publiek genieten van echte Southern boogie en Hilbilly. Een meer dan waardige opener en ze misstonden zeker niet tussen al de kings & legends.
Wil je op een vroeg tijdstip Nederlands op je weide dan moet je een serieuze streep rock met een vleugje blues boeken. En daarvoor staat o.a. de band Wolfpin van gitarist Marcel Scherpenzeel garant. Not my cup a tea en dus tijd om even links en rechts dag te zeggen en de innerlijke mens te spijzen.

Wat dan weer wel meer m’n ding is en me kan bekoren is de, momenteel in Nederland wonende, Amerikaanse Dede Priest. Ondertussen de afgelopen jaren al op menig festival te zien en te horen geweest maar te Peer gepakt en gezakt met een resem nieuwe songs en zelfs hier en daar een eigenzinnige cover van Poppa Chubby. Vergezeld op gitaar door Richard van Bergen, samen met drummer Jody van Oijen de enige 2 mannen die tijdens deze 25 jarige editie 2 x het podium mogen betrede. Hij speelde zich dan ook netjes in de kijker maar dat kunnen we zeker ook zeggen van toetsenman Govert van der Kolm. En de stem van Dede, die blijft groeien en boeien al vond ik ze in Peer net iets te schel klinken.



Vorig jaar nog aan het werk gezien tijdens Duvel Blues maar dan wel met eigen band, te Peer aanwezig met de Seatsniffers band aangevuld met onze eigen Mr T. Mike Sanchez moest dan ook een beetje op safe spelen en kon niet echt uithalen zoals hij dat op Duvel Blues wel kon doen. Een Seatsniffers bende die perfect in teken van speelde en een T die sober zijn ding deed maar meer ook niet. Zeker niet slecht en als afsluiter een show waar velen nog een tijdje over zullen spreken. Ik miste wel de aanstekelijkheid en het enthousiasme dat hij je voorschotelt met eigen band.
















Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue

Wednesday, July 08, 2009

Hookrock 2009




Een hele week Saharatemperaturen en voor de zaterdag gaven ze de afkoeling, Net als het Hookrock festival is. Gelukkig waren de weermannen vanuit het vierkante kastje ( binnenkort kunnen we dat ook al niet meer gebruiken ) er grandioos naast.

Wegens andere verplichtingen konden we helaas niet aanwezig zijn vanaf de aanvang en konden we nog net 2 songs meepikken van The Ghost Riders. Lekkere country en dansbaar voer voor de talrijk aanwezig linedancers was zeker hun countryversie van Jailhouse Rock. Een song trouwens van die andere, al wat langer overleden king of rock ’n roll, Elvis Presley.

Om stipt 17:30h mochten de heren van Chilly Willy, en nog een hoop woorden, het bluesgedeelte in gang stampen en dat deze mannen weten hoe zoiets moet gedaan worden hebben ze hier zeker bewezen. In een mum van tijd verhuisden de linedancers voor de bluesliefhebbers, deze kwamen vanuit alle hoeken en kieren tevoorschijn en ik dacht dat ze er nog niet waren. Hubbe en kornuiten waren in form en dat hebben ze daar in Diepenbeek geweten. Ook al was het op het podium onder die tent, zeker met al die spots, een graad of 35 de heren gaven van jetje en zagen er in een mum van tijd uit als doorzweette podiumbeesten.



Terug in de gelederen en met een hoop enthousiasme zie ik op bluesharp niemand minder dan Kris ‘Reverend Hotrod’ Rogiers. Er stond op het podium een band die kan teren op bijna 20 jaar ervaring en reputatie en het was dan ook een koud kunstje om die songs te brengen waarvoor het publiek plat gaat. Lekker grooven van begin tot einde en ze mochten er een eind aan breien van een extra 15 minuten wegens te laat komen van volgend artiest. Chilly Willy is zeker niet Silly en we mogen blij zijn zulk een band in ons kleine landje te hebben.





Jeff Zima was dus zoals jullie al konden lezen wat te laat maar had er wel zin in en dat liet hij al blijken backstage met wat gekke fratsen. Op het podium zit hij zowat vast gekluisterd aan zijn stoel en dat is wel wat jammer. Hij was voornamelijk in Diepenbeek om zijn nieuwste cd “Kidney Stew”, toch al weer zo’n 2 jaar oud, aan het publiek voor te stellen. Alleen had ik een klein vermoeden dat zijn aanstekelijk slidewerk en tussendoor fratsen wat te vroeg op de avond stonden geprogrammeerd. Of komt hij echt meer tot zijn recht tijdens een cluboptreden? Soit, ondanks de hitte bleven toch nog voldoende bezoekers onder de tent, al was het maar op te zien hoe deze man de slidegitaar hanteert. Of zou het kunnen dat ze stiekem probeerden te verstaan waar hij tussen de songs door zoal over brabbelde.




Een primeur, voor zowel het publiek als de organisatie, waren de uit Engeland afkomstige Hexmen. Zomaar van de grote snelweg genaamd internet geplukt werd me in het oor gefluisterd door de organisatie, wel heren en dames, jullie hebben een waar pluktalent. The Hexmen slaagde er in een mum van tijd in het publiek tot voor de hekken te krijgen en dit dankzij hun bluezy stijl met scherpe punkkantjes. Zanger en harmonicaspeler George Hexman kon je best vergelijken met onze eigen spring in het veld Sergio. Volgens mij heeft hij elke centimeter van het podium meer dan eenmaal benut en dit allemaal zonder zijn vest uit te spelen.








Maar ook gitarist David Woods, drummer Wayne Dangerous? net als bassiste Joan Bimson gingen meer dan eenmaal voluit. Stuk voor stuk werd de ene klassieker na de andere aan het publiek voorgeschoteld en dat publiek schrokte gretig van songs als “Treat Her Right” en “Looking For somebody” om daarna nog een dessert te verorberen in de songs “Wooly Bully”. Een eerste hoogtepunt en eentje wat volgens velen véél te kort duurde.





Dat King King hier op de affiche staat zal zeker niemand verbazen als ze weten dat dit het geesteskind is van niemand minder dan Alan Nimmo. Vorig jaar nog samen met zijn broer editie 2008 eervol afgesloten als The Nimmo Brothers en nu een ereplekje met zijn nieuwe project. Is King King anders dan The Nimmo Brothers? Je mag gerust zijn, daar waar de Nimmo broers eerder kozen voor het stevigere werk moet ik zeggen dat Alan liever de gevoelige snaar bespeeld. En vorig jaar was mij al opgevallen dat hij daar toch wel een zeer sterke troef mee in de hand heeft.






Geen tweede gitaar ditmaal maar een jonge kerel genaamd Bennet Holland (what’s in a name??) op keyboard en Hammondmodule. Misschien nog net iets te weinig eigen werk om een echt goede indruk te hebben maar toch ……wat mij betreft meer dan geslaagd, vooral dan door zijn versie van “Feels Like Rain” en “Old Love” toegewijd aan zijn broer.
Een wijs spreekwoord zegt dat je het beste moet bewaren tot het laatste en als je al heel wat goeds hebt weten voorbij komen dan moet de afsluiter straf spul zijn.





En straf spul daarvoor hadden Ivan en collega’s gezorgd met niemand minder dan R.J. Mischo. Een Amerikaan die niet alleen weet hoe de bluesharp te hanteren maar daarboven op ook nog beschikt over een paar stembanden om U tegen te zeggen. Netjes als een communiekantje zat hij al zo’n 30 minuten voor aanvang backstage te wachten op zijn moment. Proper gestoken in zwarte broek en witte vest mocht hij dan omstreeks 12:30h aan zijn ‘moment of glory’ beginnen. Ik heb menig bluesharpspeler in het publiek waargenomen met opengesperde ogen en soms zelfs opengesperde mond. En terecht, wat kan die man een stukje bluesharp spelen, van traditioneel tot de chromatische was niets hem vreemd.

Als begeleiding had hij enkele jonge gasten uit Italïe bij en ook zij kregen een moment van glory waarbij we konden zien en horen dat gitarist Donnie Romano ook goed weg kon met de slide op een houten dobro. Tot 5 minuten voor 2 hing het publiek aan het podium en genoot het met volle teugen van de ene na de andere song. En nog riepen ze voor encore en die encore kregen ze dan ook in nog maals een kleine 10 minuten bissen.
Ook zeker niet vergeten en met brio geslaagd waren de heren en dame van White Falcon, die tot 5 maal toe zorgden voor de pauzemuziek.

Hookrock 2009 zal de geschiedenis ingaan als de editie met niet 1, niet 2 maar 3 headliners, althans toch in mijn zwarte boekje. Als je me nu vraagt wie echt het beste was van de hele affiche dan moet ik jullie het antwoord schuldig blijven wegens het feit van geen keuze kunnen maken.
Wat ons betreft op naar een soortgelijke editie in 2010 !!!

Blueswalker

Meer foto's : Lady Blue














Sunday, June 14, 2009

Jason Ricci & New Blood

Jason Ricci & New Blood
De Meulenberg

Donderdag 11-06-2009

Vol verwachting trokken we richting Mol voor een cluboptreden van deze jonge Amerikaanse bluesharpspeler genaamd Jason Ricci. We hadden vorig jaar tijdens Moulin Blues zijn naam al horen vallen via Randy chortkoff van Electro Groove Record. En vorige maand mochten we hem een eerste keer live aan het werk zien op datzelfde Moulin Blues festival. Daar was hij voor ons zoal wat de verrassing van het festival en nu wilde we wel eens weten hoe hij het ervan af zou brengen in een club. Als aanvang stond er op de affiche 21:30h en we weten dat ze daar altijd stipt beginnen dus waren we al vroeg op pad. We kwamen toe omstreeks 21:10h en het zat er al behoorlijk vol. Aan de inkom kregen we elk nog eens 2 drankbonnen en hiermee ook te horen dat dit het laatste optreden is in organisatie van Bugaboos. Wat eigelijk geen aangenaam nieuws is en stiekem hopen we dat Jo & Co toch nog regelmatig wat bands naar Vlaanderen gaan halen.
Stipt half tien dan betrad Louis het podium voor enkele aankondigingen, waaronder de vermelding dat de Meulenberg toch door ging met optredens verzorgen, en om de aftrap van Jason Ricci aan te kondigen. Al meteen wordt erin gevlogen met een stevig uptempo song genaamd ‘Wake Country Stomp’, de meest geschikte song om het publiek te tonen waarvoor Jason Ricci staat nml stevige maar virtuose blues voorzien van regelmatige ritmewisselingen en tandems van hem en gitarist Shawn Starski. En geloof me, van deze gitarist gaan we in de toekomst nog heel wat horen. Niet voor niets werd hij vorig jaar al vermeld bij de 10 hottest new guitarplayers door het magazine Guitar Player. De stijl van Jason Ricci & New Blood is moeilijk te omschrijven maar er zitten heel wat invloeden uit alle muziekstijlen in. Vakkundig worden we via de blues rondgeleid naar de oude rock van Led Zeppelin en zo verder naar de meer modernere genres van tegenwoordig. Het aanstekelijke enthousiasme van deze jonge band zorgt ervoor dat elke song er bij het massaal opgekomen publiek ingaat als zoete broodjes.


Jason Ricci weet waarmee hij bezig is en geeft zich tijdens een optreden niet voor 100% maar 200% en deze ingesteldheid en drive kan je ook terugvinden bij de andere bandleden. En die andere bandleden krijgen meermaals de tijd om hun kunstjes aan het publiek te tonen wat resulteert in knappe baslijnen, strakke drumriffs en meermaals knap gesoleer van de gitarist. De song Broken toy, die zowat biografisch geschreven is, doet links en rechts toch de wenkbrauwen fronsen. Je hoort niet dagelijks iemand op het podium uitroepen dat hij nog een man nog een vrouw is, “to straight for faghets and to queer for the girls”. Maar het siert hem wel dat hij zich durft te outen. Ook knap was hoe hij een song van Lou Reed , ‘Walk On The Wild Side’ , had verwerkt in de eigen song ‘I’m A New Man’. Maar wat mij het meest verraste was dat hij een set gaf van 1h 40 minuten zonder veel rustposes en dan aankondigde even te gaan pauzeren om daarna terug te komen. Dit kon zowaar niemand geloven en dus riep men om biss maar neen hoor, geen bisnummer maar terug voor een 2de set.
Het feit dat we nog een werkdag voor de boeg hadden zorgde ervoor dat we helaas deel 2 hebben moeten missen. Maar wat ons betreft hebben wij een meer dan volwaardig concert gezien en gehoord, een concert met veel hoogtepunten en geen laagtepunten. Jason Ricci & New Blood hebben bewezen even groot te zijn op een klein podium als op een heuse stage.
Kim Wilson mag gerust op beide oren slapen, de toekomst is verzekerd en noemt Jason Ricci.


Blueswalker

Meer foto's : Lady Blue

Friday, June 12, 2009

CD Bespreking The Electrophonics




The Electrophonics
Little A Lot

http://www.electrophonics.nl/




Het gebeurd niet dikwijls dat we hier een mail krijgen met de vraag of we een cd willen bespreken daar we tot heden enkel live optredens hebben besproken. Maar toen we een mail kregen van The Electrophonics om hun nieuwste baby te bespreken was ik dadelijk enthousiast en vereerd en zodoende volgt hier onze eerste cd bespreking.

De naam klinkt een beetje vreemd als je hem zo uitspreekt maar als je deze cd enkele malen hebt beluisterd dan weet je wat er bedoeld wordt. Trouwens wie deze heren al ooit aan het werk zag live zal het ook wel begrijpen. Deze heren weten van elke song, zelfs een kleintje, iets groots te maken. ‘Y’All Come On In, And Thanks For Having Us’ staat er op de binnenkant van het hoesje. Geen probleem, jullie zijn meer dan welkom zou ik zo zeggen. Het is lang geleden dat ik nog een band uit de lage landen met zo’n enthousiasme heb swing, jump-jive en Westcoast weten brengen en nu voegen ze daar zelfs hier en daar wat mainstream blues aan toe. Dertien songs telt dit schijfje waarvan twaalf neergepend door niemand minder dan zanger/harpspeler Stephan hermsen en één song door gitarist Huub Goosen maar........wel alles mooi tot in de puntjes uitgewerkt met de hele band. En dat hier een hechte band te horen is, hebben ze volgens mij te danken aan hun resem van optredens doorheen zowat heel de Benelux en daarbuiten. Enkele songs klinken ook al bekend in het oor en zijn volgens mij al links en rechts live de revue gepasseerd. De eerste song swingt zo van de speler richting luidsprekers en al vanaf de eerste maat kan je niet meer stilzitten. Wat me opvalt is dat de stem van Stephan ook serieus gegroeid is en nog voller en warmer klinkt als voorheen, bijwijlen doet hij me zelfs denken aan onzer eigen Henk Van Der Sypt en dat is zeker geen schande. Elke song heeft wel een hoofdrolspeler of zo lijkt het toch en zo krijgt iedereen zijn stukje roem op dit kleinnood. De titelsong doet me denken aan de oude klassieker ‘All Shooked Up’ en ik krijg die tune dan weer even niet uit m’n hoofd. Vooral de mannier hoe deze song swingt dankzij de knap uitgewerkte blazerarrangementen verdient meer dan één pluim. I Wanna Hold You begint daarentegen met een knappe intro om daarna verrassend over te gaan naar een knappe traditionele twaalf bar blues. Het is dan weer boogie woogie time op de song ‘I Can’t Get No Sleep’ met knap vingerwerk van Ivo Sieben. Met de song ‘Camel Song’ gaan ze volgens mij menig luisteraar verrassen, niemand die zulk een song verwacht. Maar volgens mij is dit een knappe song die op de juiste plaats van de cd staat. Ronald Roodbol mag dan weer de volgende song inleiden op zijn staande bas en look out, it’s bumpin’ Time. The Electrophonics zitten met een mix van jump, swing, jive en be bop in, wat mij betreft, het perfecte straatje. En laat ons hopen dat ze ons nog jaren zullen verblijden met zulke cd’s en vooral, ook met deze songs live nog net dat tikkeltje extra te geven. Uitschieters zullen jullie denken, welke uitschieters?? Deze cd staat van voor tot achter, van links naar rechts en van boven tot onder vol met uitschieters. En zeg dat ik het gezegd heb !!!
Blueswalker

Monday, June 01, 2009

Duvel Blues 2009

De ene mens is pas gelukkig als ze hem voor 6 maanden de ruimte inschieten, een ander is dan weer vol euforie omdat zijn ploeg de beker wint. Wij zijn dan weeral blij dat we richting Puurs mogen rijden en een namiddag en avond mogen genieten van klasse acts op het Duvel Blues Festival. Toen we aankwamen konden we al dadelijk handjes schudden met de gust en zijn ega, beiden straalden al even hard als het zonnetje. We hebben ze helaas niet meer gezien op het einde maar ik ben er zeker van dan ze nog meer straalden als ervoor want editie 9 was eentje om vingers en duimen van af te likken.

Helaas door tot 3 maal toe in de file te hebben gestaan konden we maar 2 nummers meepikken van Scotch ‘n’ Soda. Ik ken Ilias al enkele jaren en heb hem ook al bezig gezien met menige band maar ik denk dat hij nu eindelijk zijn ding gevonden heeft. Wat ik hoorde was lekker vlot, stuwend en ging erin als zoete koek bij de aanwezigen. Helaas geen bis voor de eerste band maar ik kijk al uit naar een volgende ontmoeting met deze vier heren.
In de tiendenschuur was het dan tijd voor Tim Lothar maar aangezien hij later op de avond nog een keer de schuur zou laten vollopen hebben wij voor deel 2 geopteerd. Deze negende editie stond voor 75% in het teken van de gitaren, uitgezonderd de keyboard van Ilias en de bluesharp van Kim Wilson.
Wie goed overweg kan met dit zessnarige instrument is de uit Camden, Arkansas afkomstige Michael Burks. Na gewerkt te hebben als kapper, timmerman en mechanieker beslist hij toch terug te keren naar de gitaar die hij als 2 jarige voor het eerst mocht vasthouden. Dat hij zijn inspiratie zoekt en vindt bij bluesgrootheden als Albert en Freddie King en Albert Collins kan je regelmatig horen. Maar hij kan ook aardig overweg met het kleinnood genaamd de bottleneck en laat ik nu net daar een zwak voor hebben. Ook al hoor ik links en rechts dat hij al jaren dezelfde covers speelt en niet echt vernieuwd toch ben ik van oordeel dat hij de songs een eigen interpretatie geeft. Wat mij betreft mag hij zeker een keer meer ons land bezoeken, dit was een staaltje klasse gitarwerk.Wat lekker begon en smaakte naar meer was de Amerikaan Rob Jungklas in een wat vreemde bezetting van drums, cello en de man zelf op gitaar en zang. Opzwepende drums doordrenkt met donkere celloklanken en daar bovenop de swampy gitaarnoten zorgden voor een duister sfeertje in de schuur. Toch kreeg ik na 3 songs de indruk dat ik het had gehoord en bleef ik wat op mijn honger zitten. Met zo’n bezetting moet er meer te doen zijn dacht ik zo bij mezelf en dit hoorde ik ook omstaanders tegen elkander vertellen. Maar de schuur bleef goed gevuld en dus zal ik waarschijnlijk zelf gewoon weer wat te veeleisend geweest zijn. Tja, dat krijg je als je jaar in jaar uit wordt verwend.
Exclusief voor België wist Gust de bluesdiva Diunna Greenleaf te boeken. Alleen al voor deze dame zou ik durven afzakken naar dit festival want, wie haar in Ecaussinnes zag vorig jaar zal het beamen, deze dame ademt, leeft en zingt de blues als geen ander. En al vanaf de eerste song zat de tent tot aan de nok gevuld en was het vuurwerk alom. Haar lange song als eerbetoon aan wijlen John “Boom Boom” Lee Hooker was dan ook als 2de song een schot in de roos. Door het feit dat gitarist John een snaar brak kregen we een extra lange versie maar niet 1 persoon in het publiek die daarover klaagde. Diunna bespeelde het publiek met haar imposante verschijning en haar vlotte sexy getinte humor. Maar toch vooral haar diepe warme en donkere stem was het die menig één, waaronder ondergetekende, in vervoering bracht. Songs die mij zijn bijgebleven zijn o.a. ‘Possession Over Judgement Day’ en ‘Backdoor Man’. En natuurlijk de afsluiter, geleend van Sly & The Family Stone, ‘If You Want Me To Stay’ maar dan in haar eigen aanstekelijke versie. ‘Yes yess Diunna, we want you to stay’ hoorde ik menig maal uit het publiek roepen. Even dacht ik samen met enkele andere collega’s hard op dat dit wel eens de top van dit festival kon zijn. Na zowat uitgeblust te zijn achtergelaten door de wervelende act van Diunna Greenleaf kwam de Deltablues van Tim Lothar als een aangename verwelkoming. Hij liet de Tiendenschuur dan ook voor een laatste keer die avond goed vol lopen. Als je het niet weet kan je onmogelijk zeggen dat deze jonge man eigelijk een drummer is, zoals hij gitaar speelt en zingt en gromt. Het lijkt wel of hij zelf jaren op de katoenvelden heeft gewerkt want elke song die hij brengt klinkt zo puur en recht uit het hart. Een waardig afsluiter voor de tiendenschuur was hij zeker en vast. In 2006 stonden ze nog op het BRBF te Peer en konden ze mij totaal niet bekoren vanwege de hard-rock uitvoering die ze zowat brachten van elke song die ik op hun cd als WOW ervaarde. Ik had dan ook geen al te hoge verwachtingen naar The Fabulous Thunderbirds alhoewel Kim Wilson toch met een heel andere bezetting kwam opdraven. Al vanaf de 1ste song moest ik mijn vermoedens opzij schuiven, The Fabulous Thunderbirds zijn terug, zij het alleen met boegbeeld Kim wilson en verder een heel jonge bezetting. Maar Kim heeft deze jonge garde toch wel zo gekneed dat ze weten waar The Fabulous Thunderbirds voor staan, nml. Swingende en stuwende blues brengen. Ik had even gedacht dat ze, aangezien hij nu toch in België woont, beroep zouden doen op Gene Taylor maar dat hebben ze toch niet gedaan en geloof me, hij werd geen seconde gemist. Lekker zoals de bluesharp van Kim Wilson werd afgewisseld door aangenaam gitaarwerk van zowel Johnny Moeller en Mike Keller. Natuurlijk kregen we een hele resem klassiekers voorgeschoteld zoals ‘My Babe’ en ook ‘tuff Enuff’. Dat Kim Wilson nog altijd bij de groten van de bluesharpspelers mag gerekend worden bewees hij even met een zowat 10 minuten durende song volledig in het teken van zijn kunstjes op dit kleinnood van de blues. En de tent, die zat nog net iets voller dan bij Diunna Greenleaf. We hebben het concert niet uitgekeken tot het einde maar zijn richting huis getrokken omstreeks 1:15h, kwestie van de uitstroom wat voor te zijn.
Gust en co, jullie hebben schitterend werk geleverd en voor een klasse affiche gezorgd. Wat ons betreft weer iets wat moeilijk te verbeteren of te evenaren valt voor editie 2010, tevens een jubilee. Maar wij kijken alvast uit naar deze editie, tot volgend jaar.
Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue