Wednesday, May 07, 2008

MOULIN BLUES FESTIVAL OSPEL 2008

MOULIN BLUES FESTIVAL OSPEL 2008

De 23ste editie van het Ospel Bluesfestival ofwel "Moulin Blues" voor de Franssprekende onder ons had weer een mooie affiche, iets wat we ondertussen al stilaan gewoon geworden waren.Gooi daar nog een gulle portie zon bovenop en dit eerste weekend van Mei kan voor niemand nog stuk, zeker niet voor de bluesfanaten die talrijk opgekomen waren. Omdat we bij Rootstime nog een aantal interviews gedaan hadden met artiesten die hier gingen optreden (zie interview rubriek) en er zodoende werk aan de winkel was de volgende dagen, hadden we afgesproken de festivalrecensie met zijn tweetjes te doen, dit bood bovendien het voordeel van geen éénzijdig verslag te krijgen maar de zaken van twee kanten te belichten.Dit maakt dat vrijdag voor mijn rekening komt (Ron), terwijl het verslag van zaterdag uit de pen van collega Patrick (aka Blueswalker) zal komen.Op vrijdag staan er slechts 5 bands op het podium, terwijl zaterdag 8 acts te bekijken vallen, het werk is dus mooi verdeeld, drie meer voor Patrick, maar hij is dan ook nog een jonge kerel.

Vrijdag avond vijf uur, naar een paar woorden van de burgemeester gevolgd een verassende korte mondharmonica act van de man en een woordje van presentator Gerry Jungen was de spits er af en kon "Ray Collins Hot Club" het podium vullen. Dat bleek wel het juiste woord voor deze act want met hun achten is deze jump formatie uit Duitsland met zijn swingende rock en prima blazerssectie een overtuigende opener, en was het podium goed gevuld. Hun jaren vijftig swing en jump klinkt even authentiek als hun hoezen er uit zien. Bovendien is hun song "Barefoot" mij om een of andere reden bijgebleven. Zij die me kennen weten waarom.

Daarna was het de beurt aan de man waarvoor wijzelf vandaag eigenlijk kwamen, de uit Austin afkomstige Seth Walker. Tot een goed uurtje voor zijn optreden hadden wij in zijn hotel nog een babbel met deze vriendelijke Texaan (zie interview sectie) en zijn optreden was bovendien zeer te smaken. Met een goed gedoseerde mix van zijn gitaarwerk dat sterk beïnvloed was door T. Bone Walker een een stemgeluid en zangstijl vol soul met extra veel Ray Charles gehalte, bracht hij een rustige set die mij ten zeerste bevallen is. Als bisnummer bracht hij een ode aan zijn zopas overleden collega en goede vriend Sean Costello, de gloednieuwe song "Lay Down", die echter op dit festivalterrein veel van zijn impact miste. Ik had ook de indruk dat de subtiele muziek van Seth niet echt door het Nederlandse publiek, dat wild is van bands als Hoax en Micheal Katon kon gesmaakt worden.



The Original Lester Butler Tribute band dan: de vaste kern Big Pete, Lord Julius en Eddie Clarke hadden we onlangs nog aan het werk gezien op het Belgische Binkom Blues, toen aangevuld met Hook Herrera en Mike Welch . Deze keer was de bezetting echter aangevuld met twee "originals": Alex Schultz uit "13" en Paul Size die de snaren beroerde bij de "Red Devils" maar momenteel in de fantastische "Johnny Hoy & The Bluefish" voor het mooie weer zorgt. De act opende sterk en op korte tijd stond de tent op zijn kop om het eens met een cliché te zeggen. Versterkerproblemen gooiden voor Big Pete even roet in het eten, maar na een tijdje waren deze problemen gelukkig van de baan een kon het optreden zonder verdere problemen opgebouwd worden, middels nummers als "Automatic" en "Devil Woman" brachten ze de inmiddels stampvolle tent tot het kookpunt.


Vervolgens werd het dan tijd voor een stukje bluesgeschiedenis. Koko Taylor, waarschijnlijk de zoveelste Amerikaanse zangeres die de titel "Queen Of The Blues" opgeplakt krijgt, maar tevens ook een van de weinigen die 'm terecht verdient. Wie anders kan zeggen dat ze met de jonge Willie Dixon, Buddy Guy, B.B King, Junior Wells en noem maar op dikke vriendjes was en er meerdere malen mee op het podium stond. De tachtigjarige krasse (en vriendelijke) dame, die we net voor het optreden nog interviewden ( zie interview sectie) had er duidelijk zin in, dat had ze ons al verteld. Al wil haar “body” soms wel wat nalaten, meer dan begrijpelijk op die leeftijd, de “mind” staat nog steeds scherp en de wil om op te treden is er nog voor de volle honderd procent. Ze had ons al verzekerd dat ze, indien er geen onoverkomelijke gezondheidsproblemen waren, er nog niet aan dacht van te stoppen en spreekwoordelijk te zingen tot haar laatste zucht. Natuurlijk is het gewoon de belevenis van deze legende aan het werk te kunnen zien al voldoende. Je weet wat je kan verwachten “Wang Dang Doodle” en andere Willie Dixon klassiekers, een stoeltje op het podium, de Amerikaanse “act” met een lange intro door de band, niemand had het anders verwacht. Wat ik echter niet verwacht had was de messcherpe act van de “Bluesmachine”, Koko’s band, waarvan beide gitaristen, vooral de Japanse Shon Kikuta indrukwekkend waren. Een overbezorgde dochter waakte over mama Koko en stond klaar als ze de rand van het podium te dicht naderde, hetgeen dikwijls gebeurde, want Koko is gek op handjes schudden. Ondanks het voorspelbare een mooi optreden, vooral dankzij de Blues Machine.


Afsluiter The Hoax was na bijna tien jaar speciaal terug samen gekomen voor een korte reeks optredens, die waarschijnlijk wel verlengingen zullen krijgen. Jesse Davis en de zijnen staan garant voor een portie energieke gitaarblues waarbij de geest van Stevie Ray Vaughan nooit ver weg is. Hugh Coltman, het strottenhoofd van de band, bewoog over het podium of er net een wespennest uit de nok gevallen was en trok met zijn energie de ganse band mee. Amor is als gitarist nog steeds onnavolgbaar en zijn solocarrière heeft hem nog doen groeien als artiest. Voor het Nederlandse publiek was alles natuurlijk net zoals we het wilden, keihard en vol vuur.Ook wij hebben genoten van Hoax, als je bedenkt dat dit hun eerste optreden was, kunnen we enkel van “indrukwekkend” spreken. Dag één geslaagd dus!




Twaalf uur, pal op de middag start dag twee van de 23ste editie van het Moulin Blues festival, voor de opening ervan mag de Little Louis Band (NL) aantreden, alhoewel, zo little is hij nu ook weer niet. Het is eerder bluesharpspeler Aart van der Wulp die ietsje groter lijkt dan de andere bandleden. Deze Louis van Empel zwerft al meer dan 10 jaar door de straten van blues, rock, americana en aanverwanten en mocht tijdens die zwerftocht al met menige groten het podium delen. Verder was hij ook al eens te gast op ons allereigen Belgium Rhythm & Blues Festival te Peer. Met zeven cd’s en één live cd op zijn palmares heeft deze band meer dan voldoende songs om het publiek, dat al voltallig aanwezig was, te bekoren. En hij mocht rekenen op een tamelijk wakker en enthousiast publiek, Nederlands chauvinisme? Misschien wel maar dan zeer zeker een gegrond chauvinisme want de Little Louis Band is hot.


Dirty Sweet (USA), afkomstig uit San Diego is een vreemde eend in de bijt op dit festival, je kan ze niet zo dadelijk thuisbrengen in de blues. Hun muziek kan je eerder omschrijven als ondeugende “old school rock” met attitude en een verwijzing naar het vroegere Led Zeppelin. Stevige ritmes met regelmatig tempowisselingen zorgen ervoor dat zanger Ryan Koontz zich op het podium ontpopt tot een showbeest ala Axl Rose en dus zelden stilstaat. Ik had de band voorheen nog nooit gehoord, toch wel aangenaam verrast van hun kunnen, waande ik me weer even een puber van 15 à 16 jaar. Lekker ruig headbangen maar dan nu met kort haar, ach een mens mag al eens even gek doen toch? Zonder playlist is het moeilijk hier enkele titels van songs neer te pennen maar wat maakt een titel uit als ik jullie toch kan vertellen dat de sfeer er goed in zat.



Die zelfde sfeer was tijdens de eerste songs van onze Belgische trots The Rhythm Junks (B) even zoek. Het is dan ook niet alledaags wat Steven De Bruyn en collega’s ons voor schotelen, neen, voor wie hun muziek niet kent is het even wennen of ontwennen. Deze zeskoppige band ( er ontbrak een 4de blazer ), zonder gitaren, mengt jazz, swing en funk met meer pop invloeden. Naarmate hun show vorderde kregen ze toch het publiek een beetje op éénzelfde golflengte, dit voornamelijk dankzij songs als ‘Wham Bam’ , ‘Panamajumbo’ en natuurlijk niet te vergeten de meezinger ‘Join The Bus’. Ik heb meer dan genoten van het voortreffelijke harpspel van Steven en de mooie interacties die er regelmatig waren met de blazerssectie met als uitschieter de song ‘Monk It Up’.



Hierna was het tijd om even de innerlijke mens te spijzen waardoor we grotendeels het optreden van Michael Katon (USA) hebben gemist. Maar wie hem kent weet dat hij ook nu weer zijn reputatie als luidste “Boogieman from Hell” heeft waargemaakt. Onze frietjes danste zowaar mee in hun bakjes.


Hierna was het de beurt om de benen los te gooien en voor velen het moment om zich even te wagen aan enkele daspasjes. Voor dit dansspektakel zorgden The Hackensaw Boys (USA), een gezelschap van 6 vreemde individuen die ook nog eens op niet alledaagse instrumenten spelen zoals viool, banjo en een resem blikken dozen. Er werd m.a.w. niet alleen nagedacht over muziek maar ook nog eens aan het milieu want er werd dus gewerkt met gerecycleerd materiaal. Je kan niet anders dan meeklappen, voetstampen of meezingen met hun aanstekelijke songs. Misschien niet dadelijk muziek voor de echte bluesliefhebbers maar zeker luistervoer voor de echte rootsliefhebbers.




Een eerste hoogtepunt kwam eraan en dat hoogtepunt werd gehaald uit de West Coast van Amerika en de top daar momenteel. The Delta Groove All Star blues Revue (USA) veroverden het podium en het publiek met als ceremoniemeester natuurlijk de baas van het label, Randy Chortkoff. In de vaste gelederen zagen we Kid Ramos, Kirk Fletcher, Richard Innes, Frank Goldwasser en Tom Leavey. Op zich al enkele lovenswaardige namen maar daar zouden er naarmate het optreden vorderde nog enkele bijkomen. Met als eerste extra gast Philip Walker, die nog steeds voortreffelijk meekan met de jongeren van Delta Groove. Volgende in het rijtje mogen we wel dé verrassing van de avond noemen, lang weg geweest van de scene, namelijk Bobby Jones. Hij opende met een lekkere Chicagosong van formaat genaamd Mary Jane. En Randy Chortkoff blijft maar namen aankondigen, wat dacht je van Finis Tasby met songs als ‘Train ride’ en het zeemzoete maar nooit vervelende ‘As The Years Go Passing By’ met een vlammende gitaarsolo van Kid Ramos. En om het feestje helemaal compleet te maken werd ook nog even Alex Shultz op het podium geroepen om met z’n allen naar een afsluiter van formaat te gaan tijdens het nummer ‘Baby Please Come Back To Me’. Hier stonden op een tijd van +/- 90 minuten enkele decennia blueslegendes on stage. Wat viel er mij op, het feit dat er een goede verstandhouding heerst onderling, niemand die begon te freaken of geen tijd voor de ander gunde, het was één grote familie.



Wie ook sinds kort bij deze familie hoort is Tommy Castro (USA), naar Ospel gehaald ter vervanging van de onlangs veel te vroeg overleden Jeff Healy. En wie Tommy kent weet dat hij garant staat voor het bouwen van een feestje, backstage vertelde hij me vrijdagavond al er zin in te hebben. Het is niet voor niets dat deze man, samen met zijn trouwe bandleden, reeds 80 maal mocht openen voor BB King. In Ospel had hij wel een andere drummer bij en ook nog Tom Poole extra op trompet. Al vanaf het eerste nummer zat de sfeer opgebouwd door het harde werken van de Delta Groove muzikanten er nog steeds in en volgens mij dreef Tommy deze sfeer nog enkele regionen hoger. Velen kenden natuurlijk het repertoire van Tommy Castro en zongen dan ook regelmatig luidkeels mee. Nasty Habits, De Jonh Lee Hooker klassieker ‘Serves You Right To Suffer’ maar natuurlijk ook enkele songs van de laatste nog niet zo gekende cd Painkiller.


Mooie liedjes duren helaas nooit lang en zo mocht Ian Siegel (UK) deze meer dan geslaagde editie als kers op de taart tot een mooi einde brengen. Persoonlijk vond ik dat hij er maar bleekjes uit zag en regelmatig vertelde hij dat zijn goede vriend Jack Daniels hem dit maal niet vergezelde op het podium. Maar voor mij hoeft dat ook helemaal niet want de man is talentvol genoeg ook zonder een liter alcohol in zijn bloed. Ook Wesley van Werkhoven (Big Blind) mocht even mee genieten van het feestje en genoot ervan met volle teugen.

Helaas konden we het hele optreden niet uitzien daar er nog familiale verplichtingen moesten worden voldaan op zondag.
Even terug kijkend op de 2 dagen moet ik zeggen dat de organisatie er toch weer in geslaagd is een goede affiche samen te stellen met hier en daar enkele aangename verrassingen en verder voor elk wat wils. De zon was op zaterdag ook volop van de partij en dat maakt een festival als Moulin Blues nu net nog iets meer aangenaam. Wij kijken alvast uit naar editie 24 en hopen samen met de organisatie voor evenveel volk en met weer een kleurrijke affiche en natuurlijk mooi weer.
Ron & Blueswalker
Meer foto's : Lady Blue