Tuesday, December 18, 2007
Pjeireblues, Vilvoorde
Het is zeer gewaagd om als 2de band een soloact te plaatsen maar Pjeireblues nam dit risico en hun keuze viel op Kent DuChaine, achteraf bekeken een heel goede keuze en de manege kwam al van bij het eerste nummer in de stemming. Kent DuChaine weet perfect hoe een publiek te bespelen en zelfs actief te doen deelnemen tijdens een songs als “Red Rooster”. Regelmatig had hij korte grapjes klaar om tussen de songs te gooien en wist hij over elke artiest van wie hij songs bracht wel een anekdote te vertellen. Artiesten die de revue passeerden tijdens zijn optreden waren o.a. Muddy Waters, Albert King en Rober Johnson.
Niets dan lof voor deze DuChaine, een man getekend door het leven en songs die dat duidelijk weten te vertellen.
"Blues me ne rekker" is de slogan van dit festival, en als dat acts oplevert zoals de jonge Trixie Whitney, dan kunnen wij dat alleen maar toejuichen. De programmatie van Pjeireblues is elk jaar gedurfd en origineel en ook dit jaar met deze Trixie Whitney zou de "rekker" lekker ver opgespannen worden. Het publiek had er in alle geval geen probleem mee, zo krijgen we alleen maar meer diversiteit en verjonging, en de blues puristen konden niet klagen, want aan hun was ook ruimschoots gedacht. Het jonge geweld kon zelfs niet wachten tot ze aangekondigd werd, en zat plots nog half in duisternis gehuld alleen achter haar piano al bijna halverwege haar eerste nummer voor het merendeel van het publiek het echt door had. Trixie is de dochter van de (te) vroeg overleden Chris Whitley. Ze werd in Gent geboren en bracht haar eerste levensjaar daar door, verhuisde naar Amerika en verbleef daar tot haar elfde, terwijl ze meer tijd in studios doorbracht dan de meeste rocksterren in hun heel leven. Op haar 17de verhuisde ze in haar ééntje terug naar Brooklyn en begon langzaam haar eigen carrière op te bouwen. Sinds de dood van haar vader is ze veel terug in Belgie. Vandaar dus het schattige Gentse accent bij haar aankondigingen. Na een viertal nummers alleen kwam dan de band op het podium, wie de jongens waren heb ik niet echt kunnen verstaan, maar we herkenden wel een andere Gentenaar, Jan Pieter De Smet. Trixie's pianospel is speels, jazzy en bluesy en haar stem zit vol power en soul, haar timbre heeft soms wat van Joss Stone, soms wat van Anouk, in ieder geval strookt ze niet met het beeld van het frele meisje achter de piano, waar je eerder een geluid als van Ann Pierlé van zou verwachten. Hoogtepunt van haar optreden was het aan haar vriendje opgedragen "Another Dimension", maar ook "Next Revolution" zou grote indruk nalaten. Trixie heeft het talent duidelijk in haar genen meegekregen. Dank U, Chris: your legacy lives on in "another dimension".
De beurt dan aan hekkensluiter "Sir" Oliver Mally, met zijn Bluesdistillery. De "rekker" mocht er terug af, of toch grotendeels, want hoewel dit terug blues was, heeft ook Oliver de kunst verstaan als geen ander om zijn blues te kruiden met een aantal andere elementen. Zelf zegt hij van zijn muziek: "Blues is like vodka, you can mix it with almost anything..only thing is, you have to know how!". Dat hij het kan, bewees hij samen met zijn "Blues Distillery" ten volle. Hij mixte in zijn shaker blues met rock, pop, jazz en soul, en wat belangrijk was, in de perfecte verhoudingen, zodat zijn cocktails steeds perfect op smaak waren. Dit leverde hoogtepunt na hoogtepunt op, zoals "Had A Real Bad Dream", "Hoochie Mama" en one for the hippies amongst you: "Riders On The Storm". Sir Oliver is een meestelijk gitarist, die soms in "Ronnie Earl stijl" van bijna absolute stille passages overgaat in cresendo bluessolos met de gitaar nadrukkelijk op de voorgrond. Het bisnummer werd nog eens een bewijs dat hij een ware meester is in het mixen van stijlen, Santana's "Evil Ways" gemixt met "Spooky" van Classic IV, de sixties hit, en uiteindelijk overgaand in de apotheose van deze voortreffelijke avond "It Is A Man's World", waarbij het publiek, in 't bijzonder de dames in ons gezelschap, zingend en dansend uit de bol gingen. Was 't de wijn?... neen, de prachtsfeer die Sir Oliver opgebouwd had met zijn optreden veroorzaakte dit. Proficiat aan de organisatoren van Pjeireblues. Eddy Plasquy heeft voor de derde maal bewezen dat zijn "andere" programmatie weer zijn vruchten afgeworpen heeft. Benieuwd waarmee hij ons in 2008 zal verrassen.
Blueswalker & Ron
Meer foto's op de site van Lady Blue
Thursday, November 29, 2007
Zaterdag 1 december, Eugene "Hideaway" Bridges
Meer foto's op Lady Blue
Blueswalker
Saturday, November 03, 2007
Ian Siegal , De Bosuil, Weert (NL)
M.a.w. het was even vragen en zoeken om deze muziektempel te vinden zonder de nodige handwijzers en navigatiesysteem. Op de website stond vermeld aanvang 20:00h, deuren open om 20:30h en dat was niet gelogen, we hoorden ze soundchecken om 20:10h maar de deuren waren nog dicht. Tien minuten later mochten we dan toch binnen en kregen we onze eerste kennismaking met deze toch wel mooie zaal die qua grote naar behoefte kon worden aangepast. Omstreeks 21h mochten de jonge gasten van Big Blind het vuur aan het lont steken. Deze jonge band uit de regio, ontstaan ergens in 2006, heeft heel goed geluisterd naar hun landgenoten Cuban Heels. Toch miste het ergens nog wat bezieling en afwerking maar wil ik zeker zeggen doordoen gasten, jullie zijn op de goede weg.
De zaal was intussen goed volgelopen en er werden dan ook enkele wanden open geschoven zodat er meer ruimte ontstond. Om 22:30h was het dan eindelijk tijd voor de man die men momenteel looft met woorden als “nieuwe blueslegende”, “beste bluessongwriter” etc. Ian Siegal. Tijdens de eerste dagen van deze tournee doet hij beroep om Lord Julius, van de Backbones, daar de vaste bassist nog andere belangrijke verplichtingen heeft. Er werd krachtig geopend met een Bo diddley beat en al dadelijk kregen we vier ( Ride on Josephine, Pretty Thing, Pay Bo Diddley en Who Do You Love ) klassiekers te verorberen. Al dadelijk viel op dat zowel Ian Siegal, als drummer Nik Bjerre en bassist Lord Julius in goede doen waren en het publiek ook meteen mee hadden. Maar natuurlijk was Ian Siegal in het land en aan het touren om zijn nieuwste parel van een cd Swagger te promoten. Dus kregen we ook een heel aantal songs van die cd zoals “High Horse”, “Catch 22”, “Stranger Then A Green Dog” en “God Don’t Like Ugly”. Helaas speelde hij de parel “Horse Dream” niet.
Halverwege de set mochten zowel de gitarist als bluesharpspeler van Big blind even het podium op om 2 nummers mee te doen en dat beviel zowel de beide jonge knapen als het publiek. Zowel de gitarist als harpist zetten hun beste beetje voor en ik durf haast te zeggen dat ze samen met Ian beter tot hun recht kwamen dan tijdens hun job in eigen band. Na ongeveer anderhalf uur zat het erop en liet hij een moe maar tevreden publiek achter, een publiek dat gretig zijn nieuwe en vorige cd’s kocht en geduldig wachtte op de signering. Besluit: Ian siegal is een grote meneer, een klasbak bluesman en geweldig entertainer. Onderweg naar huis hebben we nog lang nagenoten van wat volgens ondergetekende één van de betere optredens was dit jaar.
Meer foto's binnenkort op Lady Blue
Sunday, September 23, 2007
Binkom Blues 2007
Na een dag handjes toesteken bij het aanleggen van mijn oprit was ik maar al te blij dat ik omstreeks 17:00 richting Binkom mocht rijden. Voor deze 4de editie had de organisatie besloten het aanvangsuur te vervroegen naar 18h. Toen we toekwamen bleek er toch al heel wat volk aanwezig te zijn en heerste er een gezellige sfeer op de binnenkoer welke men voor alle zekerheid overdekt had. Daar sommige bandleden van The Baboons grandioos te laten waren werd de aftrap vertraagd met 30 minuten. De band gaf een wat afwezige indruk en haalde niet echt het niveau van enkele maanden terug te Peer. Lag het aan het vroege uur of het feit dat ze opende, Joost zal het wel weer weten. Ondanks het feit dat ieder lid van de band zijn instrument schitterend beheerst ontbreekt het toch nog wat aan samenspel. Wat dat samenspel betrof, daar had Hideaway helemaal geen gebrek aan. Al vanaf de eerste noten stond er een heuse band op het podium en vlogen de vonken ervan af. De hele band had er zin in en in een mum van tijd stond de zaal dan ook nokvol. Ralph Bonté en de zijnen weten als geen ander hoe een feestje te maken en uit welke vaatjes te tappen. We hoorden schitterende nummers en knappe solo's van zowel Jean-Marie (gitaar), Geeraard (sax) en Patrick (keyboard). Songs als Bye Bye so Long, I'll Play The Blues For You en I Shall Not Be Moved gingen erin als zoete broodjes. Een eerste bisser bleef dan ook niet uit. Hierna was het tijd voor de eerste dame die sinds het bestaan van het festival het podium mocht betreden in zaal Santro. Dede Priest mocht deze eer te beurt vallen en deed deze job voltreffelijk. Als een echte diva inclusief zwarte damessigaret maakte ze zich het podium eigen. Ze opende met een eigen nummer genaamd Chocolate Candy en geen woord van wat ze zong was gelogen, Dede Priest klinkt zoet en lekker. Maar regelmatig duikt ze ook in de grote koffer van klassiekers met songs als Rock Me Baby en een versie van Fever op de tonen van Green Onion. Jaja, soms was het wat langdradig en te Amerikaans maar toch heb ik velen zien genieten dus niet muggenziften aub! Als laatste band hadden de heren en één dame van Binkom gekozen voor een heuse tribute nml. The Lester Butler Tribute Band met in de gelederen Big Pete, Hook Herrera, Monster Mike Welsh, Lord Julius en Eddie Clark. Enkele maanden ervoor zou Matt Shofield de taak van gitaar voor z'n rekening nemen maar door een dubbelboeking werd deze taak overgedragen aan Mike Welsh. Laat ik hier eens en voor altijd vermelden dat Mike Welsh deze taak met brio heeft volbracht. Het was lang geleden dat ik Mike Welsh nog zo heb zien spelen, geen enkele keer kon ik hem betrappen op verveling of nutteloos geplingel. Maar ook Hook Herrera was in superdoen en gaf zich van zijn beste kant. Samen met Big Pete, zijn stem klonk schitterend doorheen de voortreffelijke geluidsinstallatie, Lord Julius, zeker één van de betere bassisten in Nederland momenteel, en Eddie Clark zorgden deze heren voor een feestje om U tegen te zeggen. Plots keek ik op mijn uurwerk en zag dat het reeds 1:30h was, de zaal zat nog goed vol en dus kunnen we zeggen dat het meer dan geslaagd was. Geen enkel minpuntje te bespeuren, een tot in de puntjes verzorgde organisatie en 4 bands die voldoende variatie in huis hadden om alle aanwezigen te bekoren. Verder mag er ook eens wat positiefs gezegd worden over het geluid, van eerste band tot laatste band kon je de heren niet echt op mankementen betrappen,chapeau. En nu op naar een 5de editie, hopelijk even geslaagd als alle vorige.
Meer foto's op: Lady Blue
Monday, September 03, 2007
PajotBlues 2007
Door familiale omstandigheden kwamen we wat later toe dan verwacht waardoor we nog enkel het laatste nummer van Jill Hilleger konden horen en zien. Muzikaal en vocaal stond er een klasse band op het podium. Ik herinner me een vorig optreden van frontdame Jill bij Swingbee waar ze veel minder vlot en presentatief voor de dag kwam dan hier op Pajot Blues. Alhoewel ik het er soms over vond maar daar zal menig man anders over denken. Voor de rest van het verslag verwijs ik naar Bobtje.
De Nimmo Broertjes hebben gelukkig hun meningsverschillen aan de kant geschoven en zijn sinds 2006 weer samen. Aan hun podiumact kon je totaal niets meer opmaken over één of ander meningsverschil maar dat kan je bij The Stones ook niet. Soit, het is de muziek die moet spreken en dat deed hij, regelmatig vettig en stevig maar ook met de nodige rustige passages. Alhoewel ze muzikaal vooral geïnspireerd zijn door Peter Green en John Mayal hoor ik toch ook regelmatig Gary Moore in hun gitaarspel. Meestal loop ik vlug weg als er een bluesband met 2 gitaristen op het podium staat maar deze band weet perfect hoe hun gitaarspel te doseren en beide heren geven elkaar voldoende ruimte. Ondanks dat het geluid over het algemeen vrij hard stond in de zaal heb ik toch genoten van hetgeen deze heren brachten. Enkele songs die me zijn bijgebleven zijn: ‘It Isn’t All About You’, ‘Bad Luck’ ( met mooie fills en accenten ) en de knappe balade ‘Long Way From Everything’ ( waar beiden heren op hun manier toonden wat ze in huis hebben ). Een goede zet van de organisatie om deze band zo vroeg op het programma te zetten, de zaal zat dan ook al goed vol.
De volgende artiest haalt zijn inspiratie bij Elvis, Ray Charles maar ook uit de barok en klassieke muziek. Dat hij het moeilijk zou hebben na zo’n act van The Nimmo Brothers kon hem niet deren. In iets te groot flitsend rood kostuum nam hij plaats achter de piano en deed zijn ding helemaal alleen, zonder hulp van één of ander broer maar enkel met zijn 2 handen. Boogie Woogie time en af en toe wat humor is wat hij het publiek voorschotelde en dit allemaal zonder zang. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet echt gek ben van boogie woogie pianisten tenzij in een band dus heb ik tijdens dit optreden de tijd genomen om even de innerlijke mens te versterken met een vettige braadworst.
G.T. Moore zou normaal gezien vergezeld worden van Das Pop en eerlijk gezegd had ik hier al serieus mijn bedenkingen bij inclusief sommige leden van de organisatie. Maar blijkt dat deze Das Pop op het laatste moment forfait gaf voor een tournee in Spanje waardoor The Goldmaster Allstars de kans kregen hun ding te doen samen met G.T. Moore. Het begon allemaal sober met enkel G.T. Moore en zijn gitaar op het podium en langzamerhand betrad de rest ( 10 mannen en 1 vrouw ) van de band het podium. Zo’n 15 minuten konden we genieten van blues met nummers als ‘My My My, Don’t Tell Lies’, Big Brew Shuffle en een ode aan Bo Diddley ( die volgens G.T. Moore zou zijn overleden enkele dagen geleden, maar nog gene bron die dat officieel bevestigd ) met ‘Mona’. Hierna stelde G.T. Moore ons voor aan een jong zangtalent met de naam Charly P of Pee. De rest van de set kregen we onvervalste Reggae en Ska geserveerd met songs als ‘Goodnight All’ en ‘I Love My Reggae Music’. Hier en daar zag je de bluespuristen de zaal verlaten maar toch ook veel mensen die genoten en de vrolijke klanken tot zich namen.
Ondertussen liepen we al aardig uit wat het tijdschema betrof en omstreeks 22:30h mochten The Bluescrown het publiek opwarmen voor wat mij betreft de verrassing van de avond, nml. Liz Mandville Greeson ( ondertussen zonder Greeson aangezien ze niet meer gehuwd is ). Ongelooflijk over wat een presence en stem deze roodharige dame beschikt. In no time had ze dan ook heel het publiek op haar hand, het verbaast me dan ook niet dat deze dame recent nog verkozen werd tot “best blues singer” in Chicago. Geloof me nu als ik zeg dat ze totaal niet moet onderdoen voor al die Afro-Amerikaanse dames van de blues. Luister anders maar eens naar enkele van haar songs, zowel akoestisch als elektronisch, op haar site en overtuig jezelf. Een song die me vooral is bijgebleven, niet alleen wat betreft muzikaal maar ook wat betreft entertaingehalte, is ‘Just Getting Ready To Cheat’. Maar laat ik zeker ook niet The Bluescrowns vergeten, zij zijn volgens mij de geschikte band om zulk een artiest te begeleiden. Regelmatig konden we dan ook genieten van mooie bluesharp en saxwerk van Daan Prevoo, gitaarpareltjes van Paul Voesterman en knap pianowerk van Joost Janssen. Verder ook een chapeau voor de ritmesectie met Huub Schell op drums en Arno Vervest op elektronische contrabas. Een band en dame die zeker niet zouden misstaan op de grotere festivals.
Door het uitlopen van het tijdschema en persoonlijke verplichtingen ’s anderendaags konden we helaas niet het volledige optreden van The Juke Joints uitzitten. Maar iedereen hoort ondertussen te weten dan Peter Kempe en zijn kompanen als geen ander weten hoe een feestje te bouwen en een festival glansrijk af te sluiten. Al van bij de eerste song zat de sfeer er volop in en kon je duidelijk zien dat zowel de band als het publiek er zin in hadden.
Rest mij nog even te vermelden dat de pauzemuziek verzorgt werd door de Bugabootang en ik moet eerlijk zeggen dat ze regelmatig menig toeschouwer en organisator hebben verrast met hun onvervalste blues,jump en Rock a Billy. Het zou me dan ook niet verbazen als we deze heren binnenkort nog gaan tegenkomen in België.
Editie 10 is wat mij betreft meer dan geslaagd te noemen en zeker een factor om in het oog te houden bij het organiseren van editie 2008. Via deze weg willen wij de gehele organisatie nog bedanken voor hun hartelijke ontvangst en dat we mochten meegenieten van deze schitterende 10de editie.
Meer foto's op http://ladyblue.myphotoalbum.com/albums.php
Tuesday, August 14, 2007
(Ge)Varenwinkel 2007
Deze 10de editie zou speciaal worden, niet alleen vanwege 3 i.p.v. 2 dagen maar ook werden bepaalde bands die in het verleden reeds op het festival speelden terug gehaald. Zoals elk jaar gaat ook dit jaar de opbrengst weer naar een goed doel en dat is ditmaal DYADIS (http://www.dyadis.org/ ) een centrum voor het opleiden en begeleiden van hulphonden ten behoeve van mindervaliden. Zoiets kunnen wij natuurlijk alleen maar goedkeurend toejuichen. Op vrijdag werd de aftrap gegeven om stipt 18:30 waardoor we helaas enkel het laatste nummer van de openers The Catsmokes konden horen. Te weinig om een echt goed beeld te vormen van deze band die nogal stevig afsloot. Om 20h was het dan de beurt aan Kirri ( Kris Valvekens ) en de zijnen onder de naam 5 O’ Clock Shadow. Laatste keer dat ik dit energieke trio aan het werk zag was ongeveer een jaar geleden op de zolder te Wilsele en ondertussen zijn deze jongens met rasse schreden vooruit gegaan. Hiermee bedoel ik minder heavy en veel meer gevoel en gedoseerd, achteraf wist Kirri me te vertellen dat dit niet bewust gedaan is maar veeleer gewoon het moment was en elk optreden weer net iets anders kan zijn. Songs die mij zijn bij gebleven zijn het nieuwe en tevens de opener ‘Going To Town’ en het zeer mooie meeslepende ‘So Hard To Do’. Verder natuurlijk ook songs van hun debuut cd zoals ‘ Mess Around’ en het Chicago-achtige ‘It’s So Wrong’. Hierna was het de beurt aan de alom gekende Chilly Willy, ook zij hadden wat te vieren nml. Hun 15 jarig bestaan en dat is niet niks. Hun opdracht luidde erin om de tent op z’n kop te zetten en daar zijn ze volgens de reacties van het publiek in geslaagd. Zo kregen ze het zelfs voor mekaar dat er een polonaise, zij het in kleine schare, werd gedaan. Zoals gewoonlijk kregen we weer een resem bekende songs zoals ‘Pretty Thing’, ‘I’m Ready’ ‘Don’t Start Me Talking’ e.a. voorgeschoteld. Dit was zeker één van de betere optredens die ik van deze band al heb mogen meemaken maar toch blijf ik telkens weer met een soort honger zitten en ik ben er nog niet uit waaraan dit ligt. Het publiek was blijkbaar van een andere mening en genoot met volle teugen. De eerste dag werd afgesloten door de Freddy Starks Band, een band onder leiding van drummer Fred Starks, geboren in de U.S.A. maar nu al menig jaar wonend in België. Wat deze band bracht had weinig met blues te maken maar des te meer met soul en disco uit de jaren ’70. Een band die niets anders dan covers placht te brengen is niet mijn idee om een eerste avond af te sluiten, zeker niet als ze dan ook nog een song als ‘Kiss’ van Prince brengen. Neen dan zou ik eerder geopteerd hebben voor een avond met uitsluitend Belgische bands want daar zit talent genoeg in, dat hebben de eerste bands van de dag wel bewezen.
Door het lange nakaarten van de eerste avond kropen we pas in de vroege uurtjes in ons bed en waren we dus ook weer vrij laat uit de veren en dus ook te laat voor het hele optreden van de opener op zaterdag genaamd Jeremy & The Groovebreakers. Een jong gastje uit Nederland die weer maar eens wil laten horen dat hij Jimi & Stevie heeft ontdekt, zit hier werkelijk nog iemand op te wachten?? Neen, geef mij dan maar onze Belgische Rhythm Bombs, die weten tenminste waar de klepel hangt. Telkens weer gaan deze heren er voluit voor en hebben ze maar één doelstelling, de massa even hard doen zweten en genieten als ze zelf doen. Naarmate hun optreden vorderde liep de tent dan ook goed vol en ging de massa een eerste keer uit hun dak. Songs als ‘All Said & Done’, ‘Stompin’ en het ‘Better Be Ready’ wat volgens mij een rasechte klassieker aan het worden is. Dit was een eerste klas feestje van een band die momenteel op volle toeren draait en niet hoeft onder te doen voor menig buitenlandse band.De eerste verrassing voor mij kwam van Lightnin Willie & The Poorboys, een band die mij echt wel kon bekoren en duidelijk zin had om het feestje van de Rhythm Bombs verder te zetten. Dat deden ze dan ook met een mix van texas blues, texmex en meer van die songs die gedrenkt zijn in de rasechte rootsrivier. Een gitarist die regelmatig doet denken aan Albert King, een bluesharpspeler die bescheiden maar klassevol zijn ding deed. Regelmatig werd er ook meerstemmig gezongen en wie mij kent weet dat ik daar een zwak voor heb. Enig storend element in deze band was volgens mij de bassist met zijn uit de mode zijnde kapsel ala Cliff Richard, constant over het podium paraderend alsof hij een wonder van God was, hoewel hij niet echt bijzonder uit de hoek kwam met zijn spel op de basgitaar. Verder was dit een optreden om vingers en duimen van af te likken. De volgende artiest kunnen we het best vergelijken met Charlie Parker maar dan op de Mississippi Saxofoon. Maar laat ik niet vooruitlopen en eerst even zeggen dat meneer Sugar Blue tevens over een klasse begeleidingsband beschikt waar menig bluesartiest jaloers op mag zijn. Alleen jammer dat ze even voor zijn opkomst mochten bewijzen waartoe ze in staat zijn. Hij had best zowel gitarist Sergio Montaleni als Hammondspeler Alberto Gurrisi wat meer solo’s mogen cadeau doen. Nu nam hij die voor 90% voor eigen rekening en ik ben eerlijk, hij is een uitzonderlijk talent maar net die 90% maakte dat het regelmatig ging vervelen. Niet enkel ik was van die mening aangedaan maar ook vele anderen met mij kreeg ik achteraf te horen. Maar goed, ik ga hier niet muggenziften en gewoon even duidelijk maken dat hij meer dan studievoer was voor iedereen die op dat kleine instrument blaast. Ongelooflijk welk een ongewone tonen en toonladders Meneer Sugar Blue uit dat instrument weet te persen. Nadien nog een aangenaam gesprek gehad met deze grote meneer. Als afsluiter voor de 2de dag had de organisatie gekozen voor vuurwerk dat ook al enkele jaren eerder in Varenwinkel op het podium stond nml. Sharrie Williams. Ik heb ze onlangs nog aan het werk gezien tijdens de parkfeesten in Zottegem en daar viel ze me tegen. Maar in Varenwinkel ging ze er vanaf de eerste noten volop tegen aan en had het voltallige publiek ook dadelijk op haar hand. Natuurlijk kregen we veel songs van haar tot nogtoe 1ste CD maar ook heel wat nieuwe songs passeerden de revue waaruit ik mag veronderstellen dat er binnenkort een nieuwe CD uitkomt. Een live DVD is er al maar die kan niet tippen aan hetgeen wij mochten beleven afgelopen zaterdag. Als ik jullie vertel dat ze tot 3 x toe werd terug geroepen moge het wel duidelijk wezen zeker?
De zondag werd er iets later geopend door de man die momenteel veelal vergeleken wordt met Walter Trout, Danny Bryant en zijn Red Eye Band. Vandaag was hij mijns inziens minder heavy dan enkele maanden terug te Ospel maar toch heb ik moeite met zijn manier van spelen. Weinig vernieuwend en teveel kunstjes tonend, kustjes die al zoveel maal zijn voorgedaan. Maar het publiek besliste er anders over en genoot met volle teugen, misschien word ik gewoon te oud voor dit soort blues ? ! Waar ik dan weer wel met volle teugen van kon genieten was het swingende regelmatig tegen de jazz aanleunende kleedje van Enrico Crivellaro en Raphael Wressig op gitaar en Hammond B3. We kregen enkele knappe instrumentaaltjes van hun laatste cd Mosquito Bite gepresenteerd op een gouden schotel. Na enkele songs voegde bluesharpist Matyas Pribojzski uit Hongarije zich bij het drietal en van swingende jazz schakelden ze toen zonder moeite over op pure blues. Als zo vroeg op de avond een eerste hoogtepunt om U tegen te zeggen. Met Paul Oscher & Band wisten de organisatoren van (Ge)Varenwinkel een levende legende in huis te halen. Eén van de weinigen blanken die met zoveel legendes heeft mogen samen spelen. Dat hij jaren toerde met Muddy Waters was duidelijk te horen aan zijn gitaarspel. O.k. soms kwam het wat stroef over en ging er al eens wat mis maar dat lag volgens mij veeleer aan de onzekere begeleidingsband die hij bij had. Verder kan ik alleen maar zeggen dat Paul Oscher ons meermaals aangenaam verraste met zijn multimuzikale kennis. Van gitaar, bluesharp tot zelfs piano en daarbij nog een heel aangename stem, het is niet iedereen gegund. En natuurlijk af en toe een mooie anekdote over zijn leven ‘on the road’ met menig groot bluesartiest, that’s what blues is all about. Helaas kwamen we stilaan aan de laatste act toe en de verwachtingen waren dan ook hoog gespannen, kan de laatste act onder de naam Women Of Chicago Blues zorgen voor de kers op deze overheerlijk taart? Zowat anderhalf uur later kan ik met volle overtuiging hierop ja antwoorden. Als wij dachten een klapper van een afsluiter te hebben gezien op zaterdag dan deden de 3 dames genaamd Zora Young, Deitra Farr en Grana Louise daar nog eens een klap bovenop. Dit was Chicago blues van de bovenste plank, geen enkele dame moest onderdoen voor de andere. Al moet ik zeggen dat Deitra Farr net iets teveel converseerde met Sharrie Williams, die ondertussen frontstage stond te genieten, i.p.v. met het publiek. Maar dat is dan weer muggenzifterij en een zeer kleine mug t.o.v. wat ze vocaal bracht. Alle 3 de dames hadden zo hun eigen stijl en toch brachten ze alle 3 Chicago Blues om U tegen te zeggen. Zo was ik sterk onder de indruk van hoe Zora Young haar versie neer zette van “The Thrill Is Gone” met daaraan vast geweven “Rock Me Baby”. Maar ook het mooie “My Turn, My Time” van Deitra Farr was om vingers en duimen van af te likken, net als “Loose A Good Thing’ van Grana Louise. Ik kan onmogelijk zeggen welke dame nu een streepje voor had, zelfs niet tijdens de grand finale toen ze alle 3 te samen de song ‘Baby, I Love you” brachten. Heel even nog mocht zelfs Sharrie Williams de dames vergezellen om zo te zorgen voor een grandioze finale van deze 10de en voorlopig laatste editie. Want net voor de laatste act besteeg de harde kern onder leiding van den doktoor het podium om hun relaas te doen. 10 jaar zwoegen, veel avonden vergaderen en moeder de vrouw verwaarlozen maar elk jaar weer voor het goede doel. En mineur in het relaas was het feit dat de kaars was opgebrand en er dringend gezocht wordt naar extra helpende handen om zo misschien toch te kunnen spreken van een 11de editie. Wij hopen van harte dat we volgend jaar rond deze tijd weer wat extra werk hebben met het schrijven van een verslag en foto’s uitzoeken. Op zaterdag en zondag konden de aanwezigen ook nog genieten van rootsacts in de Rootstown-club. Mochten daar aantreden : Smokestack Lightnin’ , Pine Box Boys, John Henry Orchestra, Bo Weavil en Stinky Lou & The Goon Mat. Alle 5 met hun eigen stijl die toch altijd weer een link had met de blues. Telkens weer zat de gezellige Rootstown-club tent meer dan vol en was het genieten geblazen, zelfs heb ik deze optredens vanaf de zijlijn tot mij laten komen. Maar ik kan gerust stellen dat iedere band voldeed aan de verwachtingen. Rest mij nog de organisatie en al hun medewerkers te danken voor de aangename ontvangst en 3 schitterende dagen van goede muziek, geweldige sfeer, niets dan blijde gezichten tot zelfs de heerlijke massage van een zekere slagersvrouw. Volgend jaar opnieuw van dat zou ik zeggen, als was het maar voor die heerlijke maar veel te korte massage ;-) . Dus allen wie zich geroepen voelen om een handje toe te steken, meld je aan via hun website http://www.gevarenwinkelfestival.be/
Meer foto's op http://ladyblue.myphotoalbum.com/albums.php
Monday, July 16, 2007
Blues Oan Daa Stoazze 2007
Als afsluiter hat de organisatie dit jaar voor een primeur gezorgd, een band die nog nooit eerder op het vaste land heeft gespeeld onder de naam The Numbers Racket. Deze band uit Groot Brittannië neemt ons terug naar de tijd van de Harlem Ballrooms. Netjes uitgedost in maatpak voorzien van het gepaste schoeisel zorgden ze ook visueel voor die sfeer. Ze hadden er duidelijk zin in en beloofden ons door te gaan tot 5 uur ’s morgens, iets wat helaas niet kon uit respect voor de naaste buren. Al vlug kregen ze de eerste dansende koppeltjes tot voor het podium met aanstekelijke songs als ‘Let The Good Times Roll’, ‘Cadillac Baby’ en ‘Brown Derby Jump’. Het verbaasd me dat deze band nog nooit eerder naar het vaste land is gehaald, pure klasse om U tegen te zeggen. Schitterende saxsolo’s van Dom en trompetsolo’s van Jason aangevuld met regelmatig mooi gitaarwerk van Johnny . Dit alles voortreffelijk ondersteund door drum en bas van Nino en Stan. Het meer dan ideale recept om een zanger als Big Mo te doen schitteren in zijn rol als entertainer. Naar jaarlijkse traditie had de organisatie ook deze band zover gekregen het schitterende ‘I Shall Not Be Moved’ te laten instuderen, het lijflied en moment van de VZW. Even geen tijd om drank, drankbonnen of wat dan ook te bestellen maar tijd om met z’n allen voor het podium te gaan staan en het meer dan oprechte bedankapplaus in ontvangst te nemen van een voldaan maar dankbaar publiek. Hierna mocht de band nog 2 x terugkomen om te bissen alvorens ze ons moe maar voldaan achter lieten. Nogmaals bewees de VZW Blues Oan Daa Stoazze met deze 7de editie dat je een publiek perfect kan bekoren met een bijna uitsluitend Belgische affiche, getuige hiervan het voltallig opgekomen publiek op alle 3 de dagen. Verder ook nog eens de loftrompet schallen voor hun hartelijke ontvangst en de altijd vriendelijke en lachende medewerkers.
Blueswalker
BRBF 2007
ZATERDAG: