Half december, voor velen om niet te zeggen allen zijn de kerstaankopen al begonnen en voor ondergetekende was dit festival een mooi extra cadeau. O.k. half december is nu niet bepaald een ideale periode om nog een bluesfestival te organiseren dacht ik zo maar ik moet mijn mening herzien en de organisatie een dikke chapeau geven. Niet alleen voor de keuze van datum maar ook voor de keuze van locatie ( een oude gerestaureerde manege die vroeger de koninklijke paarden stalden ) en hun keuze van vernieuwende muziek. Daar waar menig festival blijft zweren bij terugkerende namen en traditionele blues kijkt Pjeireblues ietsje verder en ziet blues in een ruimere context wat voor een aangename verfrissing zorgt. Toen we toekwamen konden we de verfrissende klank van Aardvark al horen bij het aanschuiven aan de kassa. Hoewel deze band nog maar goed een jaar samen speelt klinkt het alsof ze al decennia samen het bed delen. Een strakke ritmsesectie, 2 gitaristen die elkaar niet voor de weg lopen maar wel goed aanvullen en een zanger die net een dosis charisma heeft gesnoven. Hun muziek dan, regelmatig een knipoog naar Albert King en Stevie Ray Vaughan en zelfs even een ode aan Luke Walter Junior. Maar ook heel regelmatig verrassingen die verweven zitten in hun songs, zoals een stukje “Are You Gonna Go My Way” van Lenny Kravitz. En groot pluspunt, alles wordt niet zomaar klakkeloos nagespeeld maar voorzien van een sausje bereidt in de keuken van Aardvark. Nu nog wat meer ervaring opdoen op de grotere podia en that’s it.
Het is zeer gewaagd om als 2de band een soloact te plaatsen maar Pjeireblues nam dit risico en hun keuze viel op Kent DuChaine, achteraf bekeken een heel goede keuze en de manege kwam al van bij het eerste nummer in de stemming. Kent DuChaine weet perfect hoe een publiek te bespelen en zelfs actief te doen deelnemen tijdens een songs als “Red Rooster”. Regelmatig had hij korte grapjes klaar om tussen de songs te gooien en wist hij over elke artiest van wie hij songs bracht wel een anekdote te vertellen. Artiesten die de revue passeerden tijdens zijn optreden waren o.a. Muddy Waters, Albert King en Rober Johnson.
Niets dan lof voor deze DuChaine, een man getekend door het leven en songs die dat duidelijk weten te vertellen.
"Blues me ne rekker" is de slogan van dit festival, en als dat acts oplevert zoals de jonge Trixie Whitney, dan kunnen wij dat alleen maar toejuichen. De programmatie van Pjeireblues is elk jaar gedurfd en origineel en ook dit jaar met deze Trixie Whitney zou de "rekker" lekker ver opgespannen worden. Het publiek had er in alle geval geen probleem mee, zo krijgen we alleen maar meer diversiteit en verjonging, en de blues puristen konden niet klagen, want aan hun was ook ruimschoots gedacht. Het jonge geweld kon zelfs niet wachten tot ze aangekondigd werd, en zat plots nog half in duisternis gehuld alleen achter haar piano al bijna halverwege haar eerste nummer voor het merendeel van het publiek het echt door had. Trixie is de dochter van de (te) vroeg overleden Chris Whitley. Ze werd in Gent geboren en bracht haar eerste levensjaar daar door, verhuisde naar Amerika en verbleef daar tot haar elfde, terwijl ze meer tijd in studios doorbracht dan de meeste rocksterren in hun heel leven. Op haar 17de verhuisde ze in haar ééntje terug naar Brooklyn en begon langzaam haar eigen carrière op te bouwen. Sinds de dood van haar vader is ze veel terug in Belgie. Vandaar dus het schattige Gentse accent bij haar aankondigingen. Na een viertal nummers alleen kwam dan de band op het podium, wie de jongens waren heb ik niet echt kunnen verstaan, maar we herkenden wel een andere Gentenaar, Jan Pieter De Smet. Trixie's pianospel is speels, jazzy en bluesy en haar stem zit vol power en soul, haar timbre heeft soms wat van Joss Stone, soms wat van Anouk, in ieder geval strookt ze niet met het beeld van het frele meisje achter de piano, waar je eerder een geluid als van Ann Pierlé van zou verwachten. Hoogtepunt van haar optreden was het aan haar vriendje opgedragen "Another Dimension", maar ook "Next Revolution" zou grote indruk nalaten. Trixie heeft het talent duidelijk in haar genen meegekregen. Dank U, Chris: your legacy lives on in "another dimension".
De beurt dan aan hekkensluiter "Sir" Oliver Mally, met zijn Bluesdistillery. De "rekker" mocht er terug af, of toch grotendeels, want hoewel dit terug blues was, heeft ook Oliver de kunst verstaan als geen ander om zijn blues te kruiden met een aantal andere elementen. Zelf zegt hij van zijn muziek: "Blues is like vodka, you can mix it with almost anything..only thing is, you have to know how!". Dat hij het kan, bewees hij samen met zijn "Blues Distillery" ten volle. Hij mixte in zijn shaker blues met rock, pop, jazz en soul, en wat belangrijk was, in de perfecte verhoudingen, zodat zijn cocktails steeds perfect op smaak waren. Dit leverde hoogtepunt na hoogtepunt op, zoals "Had A Real Bad Dream", "Hoochie Mama" en one for the hippies amongst you: "Riders On The Storm". Sir Oliver is een meestelijk gitarist, die soms in "Ronnie Earl stijl" van bijna absolute stille passages overgaat in cresendo bluessolos met de gitaar nadrukkelijk op de voorgrond. Het bisnummer werd nog eens een bewijs dat hij een ware meester is in het mixen van stijlen, Santana's "Evil Ways" gemixt met "Spooky" van Classic IV, de sixties hit, en uiteindelijk overgaand in de apotheose van deze voortreffelijke avond "It Is A Man's World", waarbij het publiek, in 't bijzonder de dames in ons gezelschap, zingend en dansend uit de bol gingen. Was 't de wijn?... neen, de prachtsfeer die Sir Oliver opgebouwd had met zijn optreden veroorzaakte dit. Proficiat aan de organisatoren van Pjeireblues. Eddy Plasquy heeft voor de derde maal bewezen dat zijn "andere" programmatie weer zijn vruchten afgeworpen heeft. Benieuwd waarmee hij ons in 2008 zal verrassen.
Blueswalker & Ron
Meer foto's op de site van Lady Blue
Tuesday, December 18, 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment